‘Als de Nederlandse overheid één euro extra aan wetenschap uitgeeft, dan legt het bedrijfsleven daar zo’n tien cent bij’, zegt de Maastrichtse hoogleraar Luc Soete. Extra uitgaven leiden dus niet tot het afbouwen van R&D van bedrijven.
De Nederlandse overheid ziet graag dat het bedrijfsleven veel geld uitgeeft aan R&D, want dat is goed voor de economie. Al jaren zijn er pogingen om wetenschap en bedrijfsleven beter te laten samenwerken, zodat kennis niet ongebruikt op de plank blijft liggen.
Afbouwen
Vorig jaar wilden de Kamerleden van D66, GroenLinks en SP toch eens iets laten uitzoeken. Als de universiteiten samen met bedrijven onderzoek verrichten, hebben die dan minder reden om zelf voor zulke kennisontwikkeling te betalen? En zijn Nederlandse bedrijven hun R&D-investeringen mogelijk aan het afbouwen?
Nee, luidt het besliste antwoord van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen die zich op verzoek van toenmalig minister Bussemaker over deze vraag boog. Uit een analyse blijkt dat er een sterke samenhang is tussen publieke en private R&D-investeringen en dat banden tussen publiek gefinancierde wetenschap en bedrijfsleven niet tot minder maar juist tot meer private investeringen leiden.
Buitenland
Maar daar past wel een relativering bij, zegt Luc Soete, voorzitter van de KNAW-commissie die het onderzoek uitvoerde. ‘Je ziet namelijk ook dat bedrijven een steeds groter deel van hun investeringen inzetten voor de uitvoering van R&D in het buitenland.’
Volgens de laatste gegevens van het Rathenau Instituut waar de commissie mee werkte, ging dat om zo’n 600 miljoen euro. Maar de jongste CBS-cijfers geven aan dat Nederlandse bedrijven inmiddels 1,3 miljard euro meer aan R&D in het buitenland besteden, dan omgekeerd buitenlandse bedrijven in Nederland. Het kan erop wijzen dat het buitenland steeds meer lonkt doordat de overheid daar meer in R&D investeert.
Bewust
Ook hier maakt Soete een voorbehoud: ‘Als bijvoorbeeld chemieconcern DSM een deel van een Zwitsers bedrijf overneemt, dan lijkt het alsof er ineens veel meer R&D-investeringen naar het buitenland gaan. Je zult dus wel moeten uitzoeken of er sprake is van een bewuste beleidswijziging van bedrijven.’
Hoe dan ook is het belangrijk dat Nederland aantrekkelijk blijft voor (binnen- én buitenlandse) bedrijven die in R&D willen investeren. Of dat lukt is de vraag. Een recent verschenen OESO-rapport, dat niet meer kon worden meegenomen in de KNAW-analyse, baart Soete zorgen. Daaruit blijkt dat de totale Nederlandse overheidssteun aan universiteiten en kennisinstellingen, tussen 2009 en 2016 sterker is gedaald dan in veel andere landen. ‘Daardoor kan het Nederlandse R&D- en innovatiesysteem onder druk komen te staan.’