Promovendi Netwerk Nederland (PNN) hield afgelopen vrijdag in Wageningen een voorlichtingsbijeenkomst over arbeidsrecht. De andere universiteiten komen later dit jaar aan de beurt. Hiermee hoopt het PNN dat de jonge onderzoekers bij misstanden sneller aan de bel trekken.
Volgens PNN-voorzitter Anne de Vries hebben promovendi vaak weinig verstand van arbeidsrecht. En dat zorgt voor ‘behoorlijk veel’ problemen. Soms moeten ze meer onderwijs geven dan is afgesproken en krijgen ze de verloren onderzoekstijd niet terug. Nu al hebben promovendi vaker last van stress en burn-outklachten. Ook ontvangen ze niet altijd de verplichte transitievergoeding als hun contract afloopt. De Vries: ‘Een universitaire HR-medewerker zei daar vorig jaar letterlijk over: ‘Hebben promovendi daar nu ook al recht op? Dat houden we dus mooi stil.’’
Schending
Sommige faculteiten verwachten van promovendi dat zij fulltime werken en weigeren hun een parttime-aanstelling te geven. Ook dat is schending van het arbeidsrecht, vindt De Vries. ‘Een parttimecontract kan alleen geweigerd worden als er zwaarwegende belangen voor de werkgever zijn, maar dat is vaak niet zo. Een promovendus kan dus op zijn strepen gaan staan, maar hij zet daarmee mogelijk ook de verhouding met zijn begeleider op het spel en dus zijn carrière. Er moet meer gebeuren dan alleen betere voorlichting, maar kennis over je rechten is wel een belangrijke eerste stap.’
Toch zijn er de laatste jaren al stappen gezet. Zo is vastgelegd dat onderzoekers die met zwangerschapsverlof gaan, recht hebben op verlenging van het contract. Maar die moeten ze wel zelf aanvragen. De Vries: ‘Als promovendi dat niet weten, doen ze dat natuurlijk niet.’ Ook is vorig jaar in de cao vastgelegd dat een promovendus vier jaar fulltime in dienst moet zijn. Desondanks krijgt een deel nog steeds driejarige contracten aangeboden.
Meldpunt
Het PNN adviseert promovendi om bij een conflict eerst in gesprek te gaan met hun faculteit. Komen zij er samen niet uit, dan kunnen ze terecht bij het Meldpunt misstanden van het PNN. De Vries vindt het zorgelijk dat ze weinig klachten binnenkrijgt van buitenlandse promovendi. ‘Dat komt waarschijnlijk omdat juist zij niet weten waar ze recht op hebben en dus ook minder snel bij ons aankloppen.’