Het kabinet wil vanaf 2020 de rente op studieschulden verhogen. Oud-studenten met een gemiddelde lening (21.000 euro) en een boven modaal inkomen, betalen dan zo’n 12 euro in de maand meer rente. Het plan uit de koker van CDA en ChristenUnie, moet de schatkist zo’n 226 miljoen euro per jaar opleveren.
Roet in het eten
De coalitie heeft nu een nipte meerderheid in de Eerste Kamer (38 van de 75 zetels) en kan dus waarschijnlijk op goedkeuring van de senaat rekenen. Maar de Provinciale Statenverkiezingen kunnen roet in het eten gooien. De Statenleden kiezen namelijk de senatoren en de kans is groot dat de coalitie haar huidige meerderheid verliest. Op 11 juni wordt de nieuwe Eerste Kamer beëdigd. Het is nog niet zeker of er vóór of na die tijd over het wetsvoorstel zal worden gestemd.
Het blijft dus gissen of studenten de renteverhoging in het stemhokje nog kunnen blokkeren. Een woordvoerder van de Eerste Kamer denkt van niet. Hij verwacht dat de senaat nog in zijn huidige samenstelling over het voorstel zal stemmen. Maar VVD-senator Jan Anthonie Bruijn durft dat niet met zekerheid te zeggen. Het hangt af van hoeveel tijd minister Van Engelshoven nodig heeft om antwoord te geven op Kamervragen. Pas daarna kan een debat gepland worden.
Maar ook als de ‘oude’ Eerste Kamer zich over het wetsvoorstel buigt, is de race nog niet gelopen. Het D66-partijcongres nam deze maand een motie van de Jonge Democraten aan die senatoren oproept tegen het wetsvoorstel te stemmen.
Poot stijf
Ook de jongerenorganisaties van CDA, ChristenUnie en VVD zijn fel tegen het plan. De jonge christendemocraten kregen steun op het CDA-partijcongres, maar partijleider Sybrand Buma hield zijn poot stijf: hij wilde het regeerakkoord niet openbreken.
De voltallige oppositie ziet niets in het wetsvoorstel. GroenLinks en PvdA, die wél voor de invoering van het leenstelsel stemden, willen niet dat de studieschuld nog verder oploopt. En de Tweede Kamerfractie van de SP is bang dat er steeds minder mbo’ers zullen doorstromen naar het hbo.
Dezelfde kritiek klonk in de Eerste Kamer. Maakt deze maatregel het hoger onderwijs niet minder toegankelijk, vroegen senatoren zich af. Minister Van Engelshoven probeerde hen gerust te stellen en wees erop dat de leenvoorwaarden in het hoger onderwijs juist gunstiger zijn: daar krijgen studenten langer de tijd om hun schuld af te lossen dan in het mbo. Ook behouden studenten hun recht op studiefinanciering.
Op orde
De minister kan in ieder geval rekenen op steun van de VVD. Die partij houdt vast aan de afspraken in het regeerakkoord en wil de overheidsfinanciën op orde brengen. ‘Dat is juist voor de toekomstige generatie belangrijk. Het is net als dat we het klimaat schoon voor hen moeten achterlaten.’ Daar horen volgens senator Bruijn ook de hoogopgeleide en meest kansrijke groepen aan bij te dragen.
Hij denkt niet dat de toegankelijkheid in het geding komt. ‘Die zorgen zijn begrijpelijk, maar het leenstelsel is sociaal: wie later te weinig verdient, hoeft zijn studieschuld niet terug te betalen. Maar de voorlichting hierover kan stukken beter.’
Het is afwachten of de andere senatoren de minister zullen steunen. Er volgt eerst nog een debat voordat de Eerste Kamer over het wetsvoorstel stemt.