De middelbare scholieren kwamen vanuit heel Nederland naar de Twentse campus. Het programma van de eerste dag bestond uit lezingen en workshops op de UT, vertelt Pieter Boerman, directeur Pre-U. ‘We zijn begonnen met een lezing van onderzoeker Matthias Wessling, die recent de prestigieuze Wilhelm Leibnizprijs ontving. Hij spoorde de leerlingen aan om in de toekomst belangrijke innovaties waar te maken, bijvoorbeeld op het gebied van CO2-opslag en waterzuivering. De scholieren vonden zijn verhaal aansprekend, maar ook moeilijk en van een hoog niveau. Hij liet ze kennismaken met een wereld waar ze nu nog niet inzitten.’
Hannover Messe
Na de lezing bezochten de leerlingen twee workshops naar keuze. ‘Deze workshops zijn aangeleverd door alle universiteiten en hogescholen die meedoen aan de Hannover Messe. Dat is een voorwaarde die wij stellen: iedere instelling moet verplicht een bijdrage leveren. Na een maaltijd in de Waaier, was er in de avond ruimte voor een cultuur- en sportprogramma voor de leerlingen.’
In de vroege ochtend, na een korte nacht in het Sportcentrum, ging de reis naar Hannover om daar de technologiebeurs te bezoeken. ‘Eenmaal aangekomen, zijn de leerlingen toegesproken door de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, Mona Keijzer. Vervolgens gingen ze aan de slag met hun Hannover Messe Challenge. Deze wedstrijd leidt de leerlingen over de hele beurs, waar ze bij wetenschappers en bedrijven langsgaan. Aan het einde van de dag vertrekken de scholieren weer naar hun eigen woonplaats.’
Visitekaartje
Voor de volgende editie van de Challenge mikt Boerman op 750 deelnemers. ‘Dit jaar hebben we zo’n vijfhonderd scholieren, dat is bijna gelijk aan de editie van vorig jaar. De Hannover Messe is dit jaar drie weken eerder dan normaal. Daarom valt het evenement precies in een toetsweek. Dat heeft denk ik invloed gehad op het aantal inschrijvingen. Er zit nog veel meer potentieel in de Challenge.’
Hoewel het een ideaal visitekaartje is voor de campus, dient het niet als wervingsinstrument, vertelt Boerman. ‘We doen het nadrukkelijk samen met de andere universiteiten en hogescholen. Desondanks heeft het natuurlijk een gigantische uitstraling: we laten de UT op zijn mooist zien aan de leerlingen. De Twentse campus is de enige plek waar zoiets kan in Nederland. Het draagt daarom bij aan de zichtbaarheid van de UT. Ik hoop dat we het volgend jaar weer kunnen waarmaken.’