Alle onderwijsinstellingen in Nederland moeten op korte termijn duidelijk maken waar studenten met hun zorgvragen naartoe kunnen. Wie bijvoorbeeld autistisch of dyslectisch is, moet nu vaak veel moeite doen om de juiste begeleiding te krijgen. Dat kan veel beter, vindt een vrijwel unanieme Tweede Kamer die instemde met een motie van PvdA en GroenLinks.
Hoewel er in het hoger onderwijs studentendecanen, studieloopbaanbegeleiders, studieadviseurs en psychologen rondlopen, weten studenten met een functiebeperking niet altijd bij wie ze moeten zijn. Onderwijsinstellingen zouden hen daar beter bij moeten helpen door de zorg die er is goed te coördineren. Hoe dit betaald moet worden, is aan de hogescholen en universiteiten zelf, laat een woordvoerder van GroenLinks weten.
Uitvergroot
Marian de Groot, directeur van het Expertisecentrum Handicap en studie, is blij met de motie. ‘Veel studenten merken dat er onvoldoende kennis is over hun functiebeperking.’ Zo heeft iemand met leesproblemen uitvergroot lesmateriaal nodig en hebben studenten met autisme of ADHD vaak moeite met hun planning.
De meeste universiteiten doen al veel aan begeleiding van studenten met een beperking, zegt de woordvoerder van universiteitenkoepel VSNU. Het is nu wachten hoe de minister de motie oppakt. ‘Daarna gaan we welwillend kijken naar wat universiteiten nu doen en waar het beter kan. Eerst de feiten, dan het plan.’
De Vereniging Hogescholen vindt de motie ‘sympathiek’ en wacht net als de VSNU af hoe de minister er invulling aan wil geven. ‘Het onderwijs heeft een verwijzende functie en door de benaming zorgcoördinator mag niet het misverstand ontstaan dat het onderwijs ook de zorgverlenende functie heeft’, schrijft de woordvoerder. Verschillende instanties zouden moeten meebetalen aan ‘een dergelijke loketfunctie’, vindt de Vereniging Hogescholen.