Vakbonden FNV Onderwijs en Onderzoek en VAWO vroegen 1.110 universiteitsmedewerkers, zowel ondersteunend als wetenschappelijk personeel, naar hun ervaringen op de werkvloer. Bijna de helft gaf aan dat er bij hen op de afdeling sprake is (of is geweest) van een sociaal onveilige situatie waarin geroddeld wordt en informatie bewust wordt achtergehouden.
Intimidatie
Vier op de tien medewerkers heeft ooit zelf last (gehad) van sociale onveiligheid. Vrouwen vaker dan mannen: 44 procent tegenover 35 procent. Het gaat daarbij vooral om het achterhouden van informatie (44 procent), machtsmisbruik (35 procent) en intimidatie (34 procent) door een hoogleraar of leidinggevende. Zo zegt een respondent: ‘Mijn werk werd geplagieerd door een vooraanstaande hoogleraar. Mij werd gezegd te zwijgen of ik moest vrezen voor mijn baan.’
Bijna de helft van hen voelt zich nog steeds niet veilig op zijn afdeling. ‘Een mannelijke collega maakt opmerkingen over mijn lichaam. Ik negeer hem zoveel mogelijk’, aldus een respondent. Medewerkers bij wie de situatie wel is verbeterd, zeggen dat dat vooral komt door ingrijpen van hogerhand, de komst van een nieuwe leidinggevende of door een ander contract. Zo schrijft iemand: ‘Ik ben nu in vaste dienst en daarmee is een groot deel van de machtsongelijkheid verdwenen.’
Slecht leiderschap
Slecht leiderschap (73 procent) is de meest genoemde reden voor een sociaal onveilig werksituatie. Vooral oudere medewerkers vinden dat een probleem. Ook de hiërarchische cultuur (49 procent) en de hoge werkdruk (43 procent) spelen volgens de respondenten een grote rol.
Vakbonden FNV en VAWO vinden de resultaten ‘schokkend’. Zij roepen universiteiten op om een externe, onafhankelijke klachtencommissie in te stellen en een ombudsman/vrouw aan te nemen. FNV-bestuurder Jan Boersma: ‘Op dit moment zijn er alleen interne klachtencommissies binnen universiteiten en geldt de bestaande landelijke klachtencommissie onderwijs niet voor universiteiten. De resultaten van ons onderzoek laten zien dat een externe, onafhankelijke commissie broodnodig is.’
Ongemakkelijke waarheid
Ook het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren publiceerde vandaag een onderzoek naar wangedrag en intimidatie. Het LNVH noemt het een ‘ongemakkelijke waarheid’ dat dit ook in de Nederlandse wetenschap voorkomt. Het wordt veroorzaakt door culturele en structurele factoren en kan desastreuze gevolgen hebben.
Het onderzoek is gebaseerd op twintig diepte-interviews met vrouwelijke academici en op 33 schriftelijke getuigenissen over ervaringen met harassment. Daarbij onderscheiden de onderzoekers obstructie van de wetenschapspraktijk, seksuele intimidatie, fysieke en verbale bedreiging, belediging, uitsluiting en het problematiseren van speciale behoeften.
Het sterk hiërarchische karakter van de academie, de hoog competitieve en individualistische cultuur, het ontoereikend reageren op gevallen van harassment en het – al dan niet gedwongen – zwijgen van de slachtoffers zorgen ervoor dat wangedrag en intimidatie gemakkelijk kunnen ontstaan en niet of nauwelijks worden aangepakt.
Startschot
Het rapport is nadrukkelijk bedoeld als startschot voor een breder onderzoek. Het LNHV roept universiteiten en andere onderzoeksinstellingen op om een expliciet zero tolerance-beleid te voeren en de procedures voor het aankaarten van harassment laagdrempelig, transparant en effectief te maken. Alles bij elkaar moet dat tot een cultuurverandering binnen de wetenschap leiden.
Universiteitenvereniging VSNU neemt de signalen en aanbevelingen ‘heel serieus’, aldus voorzitter Pieter Duisenberg. ‘De universiteit moet een veilige omgeving zijn voor medewerkers, waar elke vorm van ongewenst gedrag onaanvaardbaar is.’