De ministers Van Engelshoven (Onderwijs) en Koolmees (Sociale Zaken) komen met een zogeheten Stap-budget (Stimulans Arbeidsmarktpositie), een persoonlijk ontwikkelbudget voor alle Nederlanders. Jaarlijks krijgen honderd- tot tweehonderdduizend mensen een bedrag tussen de duizend en tweeduizend euro om zich te laten bij- of omscholen.
Daarmee kan iemand bijvoorbeeld een mbo-diploma behalen of een losse cursus volgen. Het budget is ruim te besteden zolang het maar ten goede komt aan een betere inzetbaarheid op de arbeidsmarkt. Het is nog de vraag of iemand het geld ook kan gebruiken voor een studie aan een hogeschool of universiteit, maar een woordvoerder van het ministerie van Sociale Zaken ‘dacht van wel’.
Buiten de boot
Zowel werkenden als niet-werkenden komen in aanmerking voor de regeling, behalve degenen die al aanspraak maken op andere onderwijspotjes. Studenten met studiefinanciering vallen dus buiten de boot.
Degenen die het meeste baat hebben bij bijscholing maken er het minst gebruik van, schrijven de ministers. Het gaat dan bijvoorbeeld om flexwerkers en werkenden in krimpberoepen, zoals verkoop- of administratief medewerkers. Zij zouden juist een grotere kans hebben om werkloos te worden of langdurig te blijven.
Eindstation
En daarom is het van belang dat iedereen zich blijft ontwikkelen. ‘Het is belangrijk dat mensen regelmatig nadenken over de toekomst van hun werk. En dat ze daarmee aan de slag gaan’, stelt Koolmees. Van Engelshoven voegt toe: ‘Waar vroeger je diploma je eindstation was, is het nu juist het beginpunt van een leven lang leren en ontwikkelen.’
De regeling vervangt de belastingaftrek op studiekosten. Rond de zomer wordt een uitwerking verwacht. Dan pas wordt duidelijk door wie, en voor welke opleidingen er subsidie kan worden aangevraagd. Het oorspronkelijke streven van 1 januari 2020 is niet haalbaar. Dat betekent dat studiekosten voorlopig nog een aftrekpost blijven.