NWO heeft gedurende twee Veni-rondes in 2016 en 2017 geëxperimenteerd met trainingen om mogelijke genderbias bij de beoordeling van onderzoeksaanvragen tegen te gaan. De uitkomsten daarvan gebruikt NWO, samen met bevindingen uit eerder onderzoek, voor een beoordelingsprocedure waarin mannelijke en vrouwelijke wetenschappers gelijk kansen krijgen. Het ministerie hecht daar ook waarde aan en heeft in totaal 700 duizend euro uitgetrokken om voor ‘een pakket aan maatregelen’.
Zeker weten?
Maar weten we wel zeker dat die trainingen effect hebben, wilde de VVD weten. Kamerlid Judith Tielen riep de minister per motie op om met wetenschappelijk bewijs te komen voordat de trainingen worden uitgebreid. Tot die tijd moet de bijdrage van het ministerie worden bevroren, vindt ze.
Nergens voor nodig, schrijft Van Engelshoven aan de Kamer. ‘NWO heeft zorgvuldig onderzoek laten doen naar evidence based-maatregelen om de procedures te verbeteren.’ De wetenschapsfinancier liet uitzoeken wat de honoreringskansen zijn voor mannen en vrouwen in de Veni-procedure. Wat bleek: vrouwen kregen systematisch een lagere beoordeling. NWO is vervolgens een pilot gestart met een training en een e-learning-programma om beoordelaars te wijzen op impliciete verwachtingen die hun oordeel kunnen beïnvloeden.
Geen harde conclusies
Vooral de training bleek een succes, vervolgt de minister: het aantal toekenning werd evenrediger verdeeld onder mannen en vrouwen, dan in rondes waar de training niet werd aangeboden. Maar het aantal deelnemende commissieleden was te laag om harde conclusies te trekken. De pilot wordt daarom verder ontwikkeld.
Toch is de minister tevreden. NWO gebruikt namelijk de resultaten van de pilot samen met andere ‘wetenschappelijk inzichten’ om genderbias aan te pakken. Commissieleden krijgen onder meer nieuwe instructies en alle teksten worden gecontroleerd op ‘gender-sensitief taalgebruik’.