Begin dit jaar trok de Onderwijsinspectie aan de bel omdat bijna de helft van 77 onderzochte hogescholen en universiteiten de wet overtrad: ze konden geen gedragscode laten zien waarin ze uitleggen waarom ze voor een andere taal dan het Nederlands kozen. Dat leidde tot kritiek in de Tweede Kamer, die strengere controle eiste.
Dat lijkt te hebben geholpen, want 32 van de 34 instellingen hebben nu zo’n gedragscode. De overige twee zijn daar niet meer toe verplicht. Bij acht instellingen moest de medezeggenschap nog wel instemmen met de code.
Moeite
Maar er is nog werk aan de winkel. Volgens de inspectie geven de instellingen nog niet goed aan waarom ze afwijken van het Nederlands. Sommige reppen nu weliswaar van de ‘meerwaarde’ van anderstaligheid, waar ook minister Van Engelshoven het in haar plannen over heeft, maar ze maken nog niet duidelijk wanneer daarvan sprake is.
Uit gesprekken die de inspectie met de instellingen voerde ‘blijkt dat het komen tot een helder taalbeleid geen eenvoudige opgave is’. De inspectie organiseert dit najaar diverse rondetafelgesprekken, om te bevorderen dat de instellingen ook aan de verwachte nieuwe normen van de wet zullen voldoen.