Door de crisis kan de UT tentamens niet op de gebruikelijke manier, op een centrale plek en met toezicht van surveillanten, afnemen. Het college van bestuur, het crisisteam en de examencommissies zijn daarom akkoord met een zogeheten guideline remote assessment, oftewel een richtlijn voor het op afstand tentamineren.
Vertrouwen
De UT kiest expliciet niet voor een ICT-oplossing om digitaal te tentamineren en surveilleren. ‘We zijn ervan overtuigd dat onze studenten slim genoeg zijn om deze systemen te omzeilen’, staat in het beleidsdocument. De UT plaatst tijdens de coronacrisis vertrouwen in de studenten in plaats van de technologie. Dat begint met een integriteitsverklaring van iedere student. Bij elk tentamen op afstand verklaart de student schriftelijk het tentamen naar eigen te maken, ‘zonder hulp te zoeken of aanvaarden van een andere bron dan expliciet is toegestaan in de gestelde tentamenvoorwaarden’. Daarbij is het nadrukkelijke advies aan docenten om géén gesloten boek-tentamens te houden, omdat het zeer onwaarschijnlijk dat je daarbij fraude opspoort.
Breekt de student de belofte en het vertrouwen, dan wordt dat gezien als een misdrijf, waar de examencommissie de ‘zwaarst mogelijke consequenties’ aan kan verbinden, aldus het beleidsdocument.
Mondeling overhoren
Een tweede maatregel om fraude te voorkomen, is om studenten na een tentamen mondeling te overhoren. Enerzijds om de betrouwbaarheid van een tentamen te toetsen, anderzijds om studenten een extra anti-fraudeprikkel te geven. Iedereen kan gevraagd worden antwoorden mondeling toe te lichten. Docenten mogen dat steekproefsgewijs doen of selecteren zelf als ze twijfelen over de betrouwbaarheid. Voorkeur gaat uit naar steekproefsgewijs overhoren. Geen enkele student mag zo’n overhoring weigeren, stelt het document.
Slag om de arm
De eindresultaten zijn eerst voorlopig. De examinator moet vervolgens bepalen of cijfers betrouwbaar genoeg zijn om definitief door te voeren. Of niet. Dat kan op groepsbasis, maar ook individueel, bij verdenking van fraude of als een resultaat afwijkt van de gebruikelijke prestaties van studenten.
Sterker nog: als de situatie normaliseert en bepaalde resultaten worden als niet betrouwbaar geacht, kan een examencommissie alsnog bepalen dat een tentamen overgedaan moet worden. En dan op de gebruikelijke manier.