De e-mail van modulecoördinator Pieter-Tjerk de Boer – gericht aan zo’n 280 studenten - begint met de eenregelige en vetgedrukte samenvatting: ‘Als je fraudeerde tijdens het examen Network Systems op 9 april, geef dat dan toe, het zal geen pijn doen’. Gebeurt dan niet, dan worden alle examenresultaten naar de prullenbak verwezen. ‘Dit is een uitzonderlijke situatie, waarin we examens online afnemen waar we dat normaal op de campus doen’, zegt hij in een reactie. ‘We hebben te maken met een flinke groep, daarom besloten de opleidingsdirecteur en examencommissie om deze mogelijkheid te bieden.’
De UT kan door de coronacrisis tentamens niet op de gebruikelijke manier afnemen. Daarom is de richtlijn remote assessment in het leven groepen, waarin studenten plechtig beloven niet te frauderen. Want dat studenten slim genoeg zijn om een ICT-oplossing voor digitaal tentamineren en surveilleren te omzeilen, daar is de UT wel van overtuigd. Maar dat vertrouwen liep in dit geval een deuk op. In de Uraad werd deze week ook al aandacht gevraagd voor de fraudegevoeligheid van afstandstoetsen.
Meer dan twintig procent
Opmerkelijk is dat De Boer uitgaat van meer dan twintig procent fraudeurs. Hij schrijft dat het de voorkeur heeft om alleen de overtreders te straffen. Maar het probleem is dat de opleiding niet in alle gevallen weet wie het zijn. De modulecoördinator kwam achter de fraude door een statistische analyse, waarbij blijkt dat antwoorden te veel op elkaar lijken. ‘We vergeleken die uitkomsten met een eerdere toets die we op de campus afnamen’, aldus De Boer. ‘De conclusie daaruit is dat studenten bij de laatste toets samenwerkten.’ In een aantal gevallen is er genoeg bewijs om individuele gevallen door te verwijzen naar de examencommissie. Dit kan tot de ‘meest verregaande consequenties leiden’, aldus De Boer die naar de richtlijn verwijst.
De Boer belooft in de brief dat studenten die fraude toegeven niet worden gestraft, behalve dan dat hun toets ongeldig is. Dat geldt ook voor de studenten tegen wie het bewijs duidelijk is. De fraudegevallen worden vervolgens uit de resultaten gefilterd. Wanneer de statistische analyse er dan goed uit ziet, wordt het examen geldig verklaard voor de overgebleven studenten. Is dat niet het geval, dan worden alle resultaten geschrapt zoals de richtlijn voorschrijft. Studenten waartegen sterk bewijs is en die zich niet melden, worden alsnog doorgestuurd naar de examencommissie. De Boer is daar voorzitter van, maar houdt die petten gescheiden.