Krug, universitair docent bij de vloeistoffysica-vakgroep van Detlef Lohse, is de enige UT’er die deze ronde de starting grant vanuit de Europese Onderzoeksraad in de wacht sleept.
De jonge onderzoeker wil te weten komen hoe turbulentie het botsingsproces tussen belletjes en deeltjes beïnvloedt. Samen met een team ontwikkelt hij theorieën en modellen voor het botsingsproces, om deze vervolgens vanuit zowel een experimentele als wiskundige invalshoek te testen.
42 beurzen voor Nederland
Nederland ontving dit jaar 42 Europese onderzoeksbeurzen voor jonge wetenschappers. Alleen Duitsland en het Verenigd Koninkrijk wisten er meer te bemachtigen.
De zogeheten starting grants zijn bedoeld voor wetenschappers met minstens twee en hooguit zeven jaar werkervaring na hun promotie. Met de beurzen, die oplopen tot 2,5 miljoen euro per stuk, kunnen zij een eigen onderzoeksteam aan het werk zetten.
13 procent gehonoreerd
Dit keer kende de Europese onderzoeksraad ERC 436 beurzen toe, voor een totaalbedrag van 677 miljoen euro. Dat is 56 miljoen euro meer dan vorig jaar. De slagingskans was zoals altijd klein: slechts 13 procent van alle aanvragen werd gehonoreerd. Van alle starting grants sleepte Nederland 9,6 procent in de wacht.
Duitsland is de grote winnaar van deze ronde met 88 beurzen. De tweede plaats is voor het Verenigd Koningrijk, dat er 62 wist te bemachtigen. Hierop volgen Nederland (42), Frankrijk (38) en Zwitserland (34).
Net als vorig jaar gingen de meeste beurzen in ons land naar wetenschappers van de Universiteit van Amsterdam (8). Ook de Universiteit Utrecht doet het goed (5), gevolgd door de Universiteit Leiden (4) en de NWO-instituten (4).
Boos
Al jaren presteert Nederland opvallend goed in het aanvragen van Europees onderzoeksgeld. Niet voor niets waren de universiteiten woedend toen voor de vakantie bleek dat er miljarden minder worden uitgetrokken voor het Europese wetenschapsbudget dan aanvankelijk de bedoeling was.