Het afschaffen van de basisbeurs in 2015 moest universiteiten en hogescholen honderden miljoenen euro’s opleveren voor de verbetering van het hoger onderwijs. Voorwaarde was dat ze in ‘kwaliteitsafspraken’ precies zouden omschrijven hoe ze hun deel van het geld tussen 2019 en 2024 zouden besteden.
Voor de universiteiten heeft koepelvereniging VSNU de plannen op een rijtje gezet. Veruit de populairste besteding van de leenstelselmiljoenen is ‘intensiever en kleinschaliger onderwijs’. Van de in totaal 908 miljoen euro die tot 2024 beschikbaar komt, gaat 433 miljoen euro – bijna de helft – daarnaartoe. In de praktijk zullen daarmee meer docenten en tutoren worden aangenomen.
Geen luxe-investering
En dat is zeker geen luxe-investering. De laatste jaren schrijven zich immers steeds meer jongeren in bij de universiteiten, terwijl de rijksbijdrage per student juist slonk. Volgens de VSNU van 20 duizend euro in het jaar 2000 naar 14 duizend euro in 2024. Het aantal docenten is sinds 2012 maar net hard genoeg meegegroeid om de student-docentratio gelijk te houden, bleek onlangs uit een berekening van het HOP.
Dat de leenstelselmiljoenen nodig zijn om de groeiende studentaantallen te compenseren, blijkt nu opnieuw uit de plannen van verschillende universiteiten, schrijft de VSNU.
Ook het Interstedelijk Studenten Overleg, dat nauw betrokken was bij de inventarisatie, had het liever anders gezien. Het is jammer dat het eigenlijk geen extra investeringen zijn, vindt voorzitter Dahran Çoban. ‘Nu is het geld hard nodig voor het behoud van onderwijskwaliteit, in plaats van een verbetering hiervan.’
Didactische cursus
Niet alle leenstelselmiljoenen gaan naar extra docenten. Zo is er de komende jaren 94 miljoen euro begroot voor professionalisering. Docenten kunnen bijvoorbeeld op een didactische cursus, of op Engelse les.
Verder wordt er 91 miljoen geïnvesteerd in onderwijsfaciliteiten, zoals in studiewerkplekken en digitalisering van het onderwijs, en staat ook betere begeleiding van studenten op de agenda. De universiteiten zetten daar tot en met 2024 zo’n 80 miljoen euro voor in, bijvoorbeeld door extra studentenpsychologen of mentoren aan te nemen.
In overleg
De kwaliteitsafspraken zijn binnen de instellingen in nauw overleg met de medezeggenschap gemaakt. Die samenwerking wordt door het ISO ‘gemiddeld genomen positief’ beoordeeld. ‘Het is natuurlijk zoeken in het begin en niet alles gaat direct goed’, zegt voorzitter Çoban. ‘Maar als ik nu naar de plannen kijk ben ik blij dat er zo veel samenwerking bestaat tussen studenten en colleges van bestuur.’
Van het totale bedrag is in 2019 inmiddels 66 miljoen euro besteed, leest de VSNU in de jaarverslagen van de universiteiten. Bij de Erasmus Universiteit worden bijvoorbeeld extra tutoren ingezet en de Universiteit Maastricht heeft haar maximale groepsgrootte teruggebracht naar vijftien studenten.
De kwaliteitsplannen van bijna alle universiteiten zijn nu goedgekeurd door OCW. Eén universiteit wacht nog op een definitief akkoord van de minister. Overigens is de spaarpot nog niet helemaal leeg: voor een totaalbedrag van 81 miljoen euro hebben de universiteiten nog geen definitieve bestemming gevonden in hun plannen, meldt de VSNU.