Voor een groot deel blijft het hoger onderwijs – en ook de UT – buiten schot met de nieuwe maatregelen. Onderwijs en onderzoek kan op dezelfde voet doorgaan, evenals bijvoorbeeld promotieceremonies. De sluiting van publiek toegankelijke ruimtes de komende twee weken heeft wel gevolgen, vooral voor sport en cultuur, met de sluiting van theaters, zwembaden en het schrappen van groepslessen. De fitnessruimte blijft open. En ook al gaan bibliotheken elders in het land dicht, geldt dat niet voor de bibliotheek in de Vrijhof: die wordt namelijk gezien als studiefaciliteit.
Groepsgrootte en grensverkeer
Ook brengt de overheid de maximale groepsgrootte terug van vier naar twee personen (van verschillende huishoudens). Groepsbijeenkomsten zijn daarom niet mogelijk, behalve als ze direct gerelateerd zijn aan onderwijs. Reguliere werksituaties met collega’s zijn ook uitgezonderd, al adviseert de UT om het aantal aanwezigen zoveel mogelijk te beperken.
Medewerkers en studenten die over de grens wonen, hoeven zich geen zorgen te maken met de huidige regels. Zulk ‘klein grensverkeer’ blijft toegestaan.
Kantines tot nader order gesloten
De kantines in de Horst en Waaier gaan uit voorzorg dicht vanwege twee coronabesmettingen onder kantinemedewerkers. Cateraar Appèl hoopt aan het einde van de week te kunnen beoordelen of en wanneer de kantines weer open kunnen.
Zwaard van Damocles
Met de zorgwekkende cijfers in Twente en de mogelijke regionale lockdown, hangt wel het zwaard van Damocles boven het hoofd van de UT. Komt die lockdown er, dan heeft dat ingrijpende gevolgen voor de UT.
De universiteit overlegt met de veiligheidsregio en andere instanties wat in het geval van een lockdown wel en niet door kan gaan op het gebied van onderwijs en onderzoek, zegt coronawoordvoerder Laurens van der Velde. ‘Denk bijvoorbeeld aan tentamens, die je het liefst fysiek wil afnemen. En tijdens de eerste golf ervaarden we dat het absoluut onwenselijk is om onderzoek opnieuw stil te leggen. Daarom sturen we daarop aan, maar we hebben het niet alleen voor het zeggen.’