Vanwege de coronacrisis geven de hogescholen hun studenten een jaartje uitstel van het bindend studieadvies (bsa). De universiteiten voelen niets voor zo’n landelijke aanpak. Instellingen en opleidingen mogen zelf bepalen of studenten weg moeten als ze te weinig studiepunten hebben behaald.
Dat stuit al wekenlang op weerstand bij wo-studenten. Ze zijn een petitie gestart en hebben brandbrieven gestuurd. Ook in de Tweede Kamer houdt het bsa de gemoederen bezig.
Aangepaste norm
In een motie roepen D66 en GroenLinks universiteiten op om het bsa dit studiejaar ‘niet onverkort toe te passen, maar te komen tot een aangepaste norm die recht doet aan de buitengewone omstandigheden’. Daar zijn de meeste Tweede Kamerfracties het mee eens, bleek gisteren tijdens de stemmingen. Alleen VVD, CDA en SGP waren tegen.
De motie is dus niet aan het kabinet gericht. Minister Van Engelshoven liet eerder al weten er ‘geen oordeel’ over te hebben, maar het goed te vinden dat de Kamer haar opvatting luid en duidelijk liet horen. Zelf zag ze het niet zitten om opnieuw met universiteiten over het bsa om de tafel te gaan.
Veel stress
Hoewel het de vraag is wat de universiteiten ermee gaan doen, zijn het Interstedelijk Studenten Overleg en de Landelijke Studentenvakbond blij met de uitslag. ‘Het bsa zorgt ieder jaar voor enorm veel stress, iets wat studenten er nu niet bij kunnen gebruiken’, zegt ISO-voorzitter Dahran Çoban. ‘Deze beslissing van de Kamer geeft rust.’ LSVb-voorzitter Lyle Muns roept universiteiten op ‘snel gehoor te geven aan de wens van de Kamer’.
De Tweede Kamer stemde gisteren ook over een reeks amendementen op de begroting van het ministerie van OCW. De fracties hadden allerlei voorstellen ingediend om het hoger onderwijs door de coronacrisis heen te slepen, van miljoenen euro’s voor vertraagd wetenschappelijk onderzoek tot een ‘solidariteitsfonds’ voor studenten. Maar die amendementen zijn stuk voor stuk verworpen.