Achter de schermen werkt het Nederlandse studentenkabinet al weken om naamsbekendheid te generen. Veertien universiteiten nomineerden een minister. De UT kreeg de eer om de minister-president te leveren. Uit vele aanmeldingen kwam Timon Metz als beste kandidaat naar voren.
Het studentenkabinet speelt natuurlijk vooral een symbolische rol?
‘Deels, maar we willen ook een klankbord zijn voor studenten van Nederlandse universiteiten. Via via heb ik al contact gehad met Kamerleden en je merkt dat zij graag input krijgen vanuit ons. Daarnaast vind ik het belangrijk om te laten zien wat er in Twente speelt, en op de UT.’
Wat voor een input gaan jullie geven?
‘Wij willen ideeën voor de lange termijn aandragen. Dat is geen openbaring, maar ideeën voor de lange termijn sneeuwen in de politiek regelmatig onder voor zaken op de korte termijn. Wij willen duidelijk maken dat oplossingen voor de lange termijn in de kenniscultuur liggen. Innovaties in de wetenschap gaan uiteindelijk het verschil maken en daar gaan wij ons hard voor maken.’
De wetenschap komt momenteel niet sterk genoeg naar voren in de politiek?
‘Neem het klimaat als voorbeeld. Daar is enorm veel discussie over. Sterker nog, sommige partijen trekken klimaatverandering in twijfel. Het is belangrijk dat je feiten de feiten laat en de wetenschap laat kijken naar oplossingen. Dat is een voorbeeld van een onderwerp dat op de lange termijn speelt. Je zult ons nooit over corona horen praten bijvoorbeeld. Wij denken alleen maar in 2030 en in 2050.’
Waar gaan jullie je op richten de komende tijd?
‘Als de verkiezingsgekte straks voorbij is, laten we onze stem horen tijdens de formatie. Dat is een proces van maanden, waarin belangrijke keuzes gemaakt gaan worden. Zie ons niet als de stem van de jongeren, of als een protestgroep. Daar zijn er al genoeg van. Wij willen namens de Nederlandse universiteiten wat teweegbrengen in Den Haag.’
In de serie Torentje naar Torentje vroeg je vakgenoot Mark Rutte gelijk even om advies?
‘Dat klopt inderdaad. Ik kon hem niet lang spreken, omdat hij maar een half uur in de uitzending zat, maar ik vroeg hem wanneer het een goed moment is om te stoppen als minister-president. Hij gaf aan dat je niet door moet gaan als je niet meer hongerig bent. Daar kan ik me wat bij voorstellen, maar gelukkig geldt dat voor mij nog lang niet. Ik ben graag actief naast de studie. Ik heb bij Audentis van alles gedaan, zit namens DAS in de URaad en werk voor Student Union. Hoe mijn rol als minister-president er exact uit gaat zien is afwachten, maar ik heb er enorm veel zin in.’