Dat bleek gisteren tijdens een debat over de nieuwe coronamaatregelen. Verschillende fracties vroegen aandacht voor het hoger onderwijs. Vooral oppositiepartijen snapten niet dat studenten zo weinig fysiek onderwijs kunnen krijgen.
‘Studenten mogen wel naar de Action, maar nog steeds niet naar college’, zei Eva van Esch van de Partij voor de Dieren. Haar partij wil dat studenten ten minste één dag in de week weer fysiek onderwijs krijgen.
Geen brandhaard
Ook Farid Azarkan van DENK had er moeite mee. ‘Dat onderwijs op afstand en het opgehokt zitten in huis zijn gewoon een ramp voor onze jongeren’, zei hij. ‘Het klopt toch, vraag ik aan de premier, dat het hoger onderwijs in het najaar op een prima manier open was en er geen brandhaarden waren? Waarom laten we die jongeren nog vijf weken wachten?’
In hun beantwoording sloegen premier Rutte en minister De Jonge (Volksgezondheid) deze vraag over. Ze legden uit wat het perspectief was: dankzij zelftesten zouden studenten vanaf 26 april weer één dag in de week onderwijs kunnen krijgen.
De Tweede Kamer was er niet gerust op, zoals ook de avondklok voor veel Kamerleden een probleem was. Het kabinet leek te licht over de inperking van die vrijheid te denken, vonden verschillende fracties.
Terrassen
Suzanne Kröger van GroenLinks wilde kennelijk voorkomen dat de terrassen eerder opengaan dan het hoger onderwijs en diende een motie in: de eerstvolgende versoepelingen van de coronamaatregelen moeten betrekking hebben ‘op ten minste ook de avondklok en het openen van het hoger onderwijs’. Ze kreeg steun van alle partijen, behalve PvdA, VVD en CDA.
Wybren van Haga (voorheen VVD, nu Forum voor Democratie) vergeleek het coronavirus opnieuw met een stevige griep en ging in zijn motie een stap verder. De regering zou fysiek onderwijs op hogescholen en universiteiten weer volledig moeten toestaan. Hij kreeg geen andere partijen mee, behalve PVV en SGP, dus zijn motie werd verworpen.
Het is niet de eerste keer dat de Tweede Kamer zich verbaast over het coronabeleid voor het hoger onderwijs. Een maand geleden vroegen de leden ook om universiteiten en hogescholen ‘zo spoedig mogelijk’ meer ruimte voor fysiek onderwijs te bieden.
Vager
Maar ‘zo spoedig mogelijk’ is vager dan de motie van gisteren. Als het kabinet deze motie uitvoert, komt het hoger onderwijs nu als eerste aan de beurt voor een versoepeling, nog vóór de horeca en andere sectoren.
De verkiezingen zijn geweest, maar gisteren vergaderde de Tweede Kamer nog in zijn oude samenstelling. Op 31 maart worden de nieuwe Kamerleden beëdigd.
Overigens is D66-minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken positief getest op het coronavirus. Ze is een van de verkenners voor de vorming van een nieuw kabinet.