Om het chiptekort te duiden, geeft Bram Nauta eerst een kleine geschiedenisles. Volgens de hoogleraar kende vroeger elk apparaat een eigen chip, die vaak in een specifiek maakproces werd gefabriceerd. Dat maakproces is inmiddels gestandaardiseerd tot ‘standaard CMOS’ en bijna alle chips komen uit dezelfde megafabrieken, voor welk apparaat de chip dan ook wordt gebruikt. ‘Het is namelijk het goedkoopst om zoveel mogelijk verschillende chips in CMOS te maken, omdat we die technologie sowieso nodig hebben voor digitale technieken. Door slimme trucs toe te passen, zijn die CMOS-chips toch goed te gebruiken voor heel veel andere toepassingen. Het is mijn vak om die slimme trucs te bedenken en in die ontwikkeling gaat enorm veel geld om.’
Pas bij een tekort valt het op welke branches afhankelijk zijn van chips. Koffieapparaten, oortjes, laptops, PlayStations en auto’s, overal merken bedrijven de gevolgen van het tekort. Vooral de automarkt kampt volgens Nauta met grote problemen. ‘Als er in een auto één chip mist, ook al is het de chip voor het openen van de linkerachterruit, dan kan de auto de deur niet uit. Autofabrieken hebben een hekel aan voorraden, want dat kost geld, dus aan het begin van de coronacrisis hebben die bedrijven chipbestellingen afgezegd. Daar hebben ze nu grote spijt van’, aldus Nauta. Geschat wordt dat de autosector dit jaar zo’n 55 miljard aan omzet misloopt door productieonderbrekingen.
Maanden wachten
De opkomst van 5G-internet, de ontwikkeling van zelfrijdende auto’s – ‘die chips vreten’ – en het thuiswerken door de coronacrisis zorgden ervoor dat de vraag naar chips gigantisch toenam. En het aanbod kan die vraag niet bijbenen. ‘De autofabrieken doen nu uiteraard weer bestellingen voor chips, maar die mogen achter in de rij aansluiten. En dat betekent maanden wachten.’
Volgens Nauta is er op de korte termijn geen oplossing en rest er op de lange termijn maar één remedie: fabrieken bouwen. ‘Dat kost tientallen miljarden euro’s. Chipfabrieken zijn pas winstgevend als ze zijn volgepropt met werk. Die moeten maximaal draaien en maken bij een bezetting van tachtig procent al verlies. Bovendien, als vraag en aanbod straks weer in balans zijn, zit je met te veel fabrieken. Dit tekort gaan hoe dan ook nog lang aanhouden.’
Net als tijdens de coronacrisis, is het volgens Nauta belangrijk om te kijken naar wat er wel kan, in plaats van naar de beperkingen. ‘Voor bedrijven is dit chiptekort heel vervelend, maar we moeten het probleem niet groter maken dan dat het is. Een tekort aan vaccins is veel erger. Als je nu geen PlayStation kunt bestellen, dan moet je maar even wachten. Daarnaast laat het ons zien, dat we veel meer uit oude apparaten kunnen halen. Ik gebruik mijn oude telefoon nu als webcam, dat werkt prima.’
Als de wereld uit de coronacrisis komt, trekt het evenwicht tussen vraag en aanbod volgens Nauta waarschijnlijk weer recht. ‘Mensen kunnen nu niet op vakantie, dus kopen ze leuke gadgets. Als die vakantie straks weer kan, zal de vraag naar gadgets en dus chips, minder groot zijn.’