Het kabinet roept studenten, docenten en medewerkers op zichzelf preventief te testen op het coronavirus voordat ze naar de campus gaan. Daarvoor kunnen zij sinds 5 mei via de portal Zelftestonderwijs.nl gratis een voorraadje testkits bestellen. Maar doet iedereen dat ook?
Totaalplaatje
Navraag door het HOP bij het ministerie van Onderwijs leert dat er inmiddels ruim 179 duizend aanvragen zijn ingediend: zo’n 140 duizend door studenten en 39 duizend door medewerkers.
Wat zegt dat over het totaalplaatje? In principe kunnen zo’n 789 duizend studenten en 106 duizend medewerkers zelftests bestellen via de portal. Sommige instellingen, zoals Hogeschool Inholland, verspreiden de tests zelf en tellen dus niet mee.
Met een slag om de arm zou dit betekenen dat grofweg 18 procent van de studenten en 37 procent van de medewerkers een bestelling hebben geplaatst. De vraag is: zijn die percentages hoog of laag?
De koepels van de universiteiten en hogescholen houden zich op de vlakte: beide verwijzen voor een antwoord naar de minister. Maar ook zij heeft nog geen reactie, laat haar woordvoerder weten. ‘We zijn op meer voorbereid en we hopen dat er steeds meer studenten en medewerkers frequent gebruik van gaan maken. Het aantal aanvragen is nu nog niet veel, maar de portal is pas net van start, in een periode met een meivakantie en een korte hemelvaartweek.’
Vervelend wattenstaafje
Ook de Leidse hoogleraar epidemiologie Frits Rosendaal vindt het studentenpercentage nog niet heel hoog. Terwijl zelftesten volgens hem zeker een bijdrage kunnen leveren. ‘Denk bijvoorbeeld aan een student die gisteren is besmet en nog geen klachten heeft. Als zo’n student dankzij een zelftest niet naar de les gaat, levert dat toch een voordeel op.’
Maar hij plaatst ook kanttekeningen bij de zelfteststrategie. ‘Of dit gaat helpen hangt van veel meer af dan van hoeveel mensen zo’n test bestellen. Het hangt er ook vanaf of de test op de juiste manier wordt toegepast en of het nodig is. Als mensen zich aan alle regels houden, en het hoger onderwijs veilig wordt ingericht, dan is de meerwaarde van zo’n test weer minder.’
Het is niet per se gemakkelijk om zo’n test bij jezelf te doen, vindt hij. ‘En als iemand het gevoel van zo’n wattenstaafje heel vervelend vindt, is de verleiding misschien toch groot om te denken: ik voel me goed, het kan wel zonder test.’
Rosendaal ziet daarom meer heil in teststraten. ‘Daar zou je nog steeds sneltests kunnen gebruiken, maar weet je in elk geval dat deze op professionele wijze worden afgenomen. En je houdt het overzicht. Maar idealiter zou ik zeggen: vaccineer studenten zo snel mogelijk.’
Nog weinig fysiek onderwijs
Het kabinet beloofde eind april dat alle studenten weer één dag per week lessen mochten volgen op de campus. Maar dat lijkt lang niet overal te lukken, horen de landelijke studentenorganisaties via berichten van hun achterban.
In dat licht bezien, vallen de percentages misschien wel mee, vindt voorzitter Dahran Çoban van het Interstedelijk Studenten Overleg. ‘Veel studenten hebben nog helemaal geen fysiek onderwijs. Op sommige plekken is er heel veel mogelijk, en op andere plekken veel minder.’
En zijn studenten eigenlijk wel goed op de hoogte van die hele zelftestcampagne? ‘We zien dat het ministerie hier flink mee bezig is en er veel geld in pompt’, zegt Çoban. ‘Maar we vragen ons af of de communicatie rond de zelftests wel soepel verloopt. Studenten worden om de oren geslagen met allerlei termen: zelftests, sneltests, testbewijzen... Ik kan me voorstellen dat veel studenten door de bomen het bos niet meer zien. En met dat alles in gedachte, vind ik die 18 procent best oké. Ik had minder verwacht.’
Voorzitter Lyle Muns van de Landelijke Studentenvakbond gaat nog een stapje verder. ‘Wij vinden het best forse aantallen, zeker aangezien veel studenten geen fysiek onderwijs krijgen, al helemaal niet aan de universiteiten. Elke student die extra wordt getest helpt ons bij de bestrijding van het virus.’
Geen zwartkijker
Overigens is hoogleraar Rosendaal best optimistisch. ‘Ik ben niet zo’n zwartkijker, en het vaccineren gaat nu best hard. Als er geen nare varianten komen, dan kan het in de zomer zomaar grotendeels weg zijn. Ik kan me hoe dan ook niet voorstellen dat dit virus eeuwig blijft. Zelfs de pest is weggegaan.’