Vorig jaar noteerde de UT nog een lichte daling. Ten opzichte van 2019 zakte de UT in 2020 namelijk met elf plekken. Daarvan worden er nu acht teruggepakt.
Sommigen bespotten ze, anderen vinden ze veelzeggend: de wereldranglijsten van universiteiten. Welke je ook neemt, Nederlandse universiteiten scoren meestal behoorlijk goed zonder tot de absolute top te behoren.
Dat geldt ook voor de QS-ranking die vandaag verschijnt. Tien Nederlandse universiteiten staan in de top 200, drie vallen er net buiten en de Universiteit van Tilburg staat iets lager op plaats 356.
MIT en Oxford
Britse en Amerikaanse universiteiten domineren de top van de ranglijst. Op nummer één staat het Amerikaanse Massachusetts Institute of Technology, terwijl de Britse universiteit Oxford het zilver grijpt. Zwitserland, China en Singapore hebben ieder twee universiteiten in de top twintig.
De ranglijst baseert zich voor de helft op de reputatie van de universiteiten volgens 130 duizend onderzoekers (40 procent) en 75 duizend werkgevers (10 procent). Daarnaast tellen de citatiescores van onderzoeksgroepen (20 procent) mee, maar ook het aantal studenten per docent (20 procent), het aantal internationale docenten (5 procent) en het aantal internationale studenten (eveneens 5 procent).
Omstreden
Ranglijsten zijn omstreden. Waarom zou de reputatie van instellingen zo zwaar moeten wegen, voor wie zijn die ranglijsten eigenlijk bedoeld, en wie zijn die onderzoekers die hun mening geven?
Bovendien werken ranglijsten volgens critici scoringsdrift en slimmigheden in de hand, terwijl relevant onderzoek naar bijvoorbeeld lokale problemen of zeldzame aandoeningen zich niet altijd in een hoge positie op de ranglijst vertaalt.
En soms liggen de criteria politiek gevoelig. Het aandeel internationale studenten is bijvoorbeeld ook een maatstaf in de QS-ranking, terwijl lang niet iedereen in de academische wereld de ongebreidelde groei van internationale studenten toejuicht.
Voorstanders
De voorstanders menen echter dat de opmars of neergang van universiteiten in de wereldranglijsten toch iets zegt. Een plaats hoger of lager maakt misschien weinig uit, maar buitenlands talent kiest nu eenmaal graag voor instellingen met een goede reputatie. Bovendien laat het enigszins zien welke landen met hun onderzoek in opmars zijn.
Nederlandse universiteiten |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
Winst of verlies |
Amsterdam UvA |
55 |
57 |
58 |
57 |
64 |
61 |
55 |
6 |
Delft |
64 |
62 |
54 |
52 |
50 |
57 |
57 |
0 |
Utrecht |
94 |
104 |
109 |
124 |
120 |
121 |
110 |
11 |
Leiden |
95 |
102 |
109 |
122 |
118 |
128 |
112 |
16 |
Wageningen |
135 |
119 |
124 |
125 |
125 |
115 |
123 |
-8 |
Eindhoven |
117 |
121 |
104 |
99 |
102 |
120 |
125 |
-5 |
Groningen |
100 |
113 |
113 |
120 |
114 |
128 |
128 |
0 |
Rotterdam |
126 |
144 |
147 |
179 |
183 |
197 |
179 |
18 |
Twente |
188 |
177 |
179 |
172 |
186 |
197 |
189 |
8 |
Amsterdam VU |
176 |
199 |
218 |
231 |
219 |
236 |
209 |
27 |
Radboud |
177 |
190 |
204 |
204 |
217 |
214 |
220 |
-6 |
Maastricht |
169 |
173 |
200 |
211 |
239 |
234 |
233 |
1 |
Tilburg |
293 |
330 |
357 |
319 |
412 |
368 |
356 |
12 |
© HOP. Bron: QS World University Rankings.