Het is al redelijk druk bij de UB in de Vrijhof. In groepjes pauzeren studenten onder het genot van een kop koffie. ‘Of ik blij ben met de afschaffing van het leenstelsel?’, vraagt Shannon Smit (24), student Industrial Design Engineering. ‘Het is leuk, maar voor mij ook rijkelijk laat. Ik ben bijna afgestudeerd, dus ik hoop op een soort compensatie achteraf. Ook vraag ik me af wat er precies gaat gebeuren.’
Ze pauzeert met studiegenoot Merel de Smit (23). Voor beiden staat de studieschuldteller inmiddels op 50.000 euro. ‘Het is soms pijnlijk om in te loggen bij DUO. Tegelijkertijd voelt het een beetje als nepgeld.’ De Smit knikt. ‘Toch was ik wel blij met het leenstelsel, want anders had ik helemaal niet kunnen studeren. Mijn ouders konden namelijk niet bijspringen.’
Verderop staan Daan Stortelder (24) en Walter Wiersma (25). ‘Ik hoefde nooit te lenen’, reageert Stortelder. ‘Mijn ouders konden bijspringen en ik heb altijd gewerkt. Maar ook mijn ouders hebben recht op een soort compensatie met terugwerkende kracht, vind ik.’ Ook tafelgenoot Wiersma, die wel een studieschuld heeft, hoopt op een compensatie. ‘Over mijn schuld maak ik mij weinig zorgen. Ik denk dat mijn toekomst er best goed uitziet’, grijnst de werktuigbouwkundestudent.
Bij de ingang van de Bastille wacht Eki Liptiay (23) op zijn afspraak. ‘Mijn lening bestaat ondertussen uit heel wat nulletjes’, zegt de masterstudent civiele techniek. ‘Gelukkig ben ik niet de enige.’ Hij noemt de voorgenomen afschaffing van het leenstelsel een stap in de goede richting. ‘Maar ik denk wel: eerst zien en dan geloven.’
Geld lenen kost geld
Ouderejaars Jolien (23) en Thijs (24) noemen het leenstelsel ‘een grote flop’. ‘Hier zitten twee gedupeerden’, zegt Thijs met een broodje in zijn hand. Hij begon in 2015 met zijn studie chemie aan het Saxion en doet inmiddels de master nanotechnologie aan de UT. ‘Ik heb de basisbeurs nooit gekregen. De overheid beloofde na de afschaffing dat het geld ten goede zou komen aan het onderwijs, maar daar heb ik op Saxion niets van gemerkt.’
De masterstudent leent naar eigen zeggen een minimaal bedrag. ‘Ik ben niet bang om in te loggen op DUO. Aan de gemiddelde studieschuld van 25.000 euro kom ik niet.’ Toch hoopt hij op een compensatie, mocht het leenstelsel worden afgeschaft. ‘Volgens mij is het eerlijk als onze generatie in ieder geval het betaalde collegegeld terugkrijgt.’
Daar is Jolien het mee eens. Ze pleit ook voor een betere voorlichting over lenen. ‘Ik heb zelf nooit geleend, maar ik zie wel hoe vriendinnen flinke schulden konden opbouwen. Maximaal lenen om een beetje te zuipen is veel te makkelijk.’ Thijs knikt. ‘Je kent toch de slogan: geld lenen kost geld? Daar hoor je bij een studielening niemand over.’
Investering
De pauze zit er bijna op. Eerstejaars technische bedrijfskunde Max, Mathijs en Emma (‘liever geen achternaam’) lopen over de Boulevard terug naar de UB. ‘We hadden het er net over’, zegt Emma. Toen de jonge studente het nieuws hoorde, zocht ze het oude basisbeursbedrag nog eens op. ‘Het was iets van 280 euro per maand. Dan moeten we alsnog blijven lenen, want dat is te weinig. In Enschede kan je daar misschien net een kamer van betalen.’
Wel noemen de eerstejaars de voorgenomen afschaffing van het leenstelsel en de herinvoering van de basisbeurs goed nieuws. Al heeft lenen ze nooit afgeschrikt om aan hun studie te beginnen. ‘Je verdient het snel genoeg terug’, weet Mathijs. ‘De lening is een investering in jezelf. Ik ga er toch een beetje vanuit dat ik later 50 à 60K per jaar verdien.’ Max lacht. ‘Nee joh, dat is veel te weinig.’