Van Engelshoven reageert in een brief aan de Tweede Kamer op een alarmerend rapport van de Onderwijsinspectie, dat bijna twee weken geleden openbaar werd. Daarin staat dat het hoger onderwijs meer geld zou moeten krijgen om de digitale weerbaarheid te vergroten.
Hogescholen en universiteiten zijn zelf verantwoordelijk voor hun veiligheid en bepalen dus helemaal zelf hun ict-budget. Extra uitgaven gaan ten koste van onderwijs, onderzoek en faciliteiten, en dat maakt de afweging soms lastig, blijkt uit het inspectierapport. Steun van de overheid zou helpen.
Maar demissionair minister Van Engelshoven gaat geen beslissingen meer nemen over 'substantiële investeringen' in cyberveiligheid, staat in haar brief. Die laat ze over aan het volgende kabinet.
Vrijblijvend
De Inspectie stelt ook, binnen zekere grenzen, de autonomie van hogescholen en universiteiten ter discussie. 'De stap van autonomie naar vrijblijvendheid is snel gezet', vrezen de inspecteurs. De overheid zou 'meer regie' moeten nemen op het gebied van cyberveiligheid.
Maar de minister is niet van plan aan die autonomie te morrelen, maakt ze in haar brief duidelijk. Volgens haar heeft de overheid een 'faciliterende en aanjagende verantwoordelijkheid', en daar horen de financiën ook bij, maar staan de instellingen uiteindelijk zelf aan het roer.
Audit
Wel wil ze dit najaar met het hoger onderwijs afspreken 'dat elke instelling periodiek extern geaudit wordt', oftewel dat elke instelling deskundige buitenstaanders laat beoordelen hoe het met de cyberveiligheid is gesteld. Ze gaat daarover ook in gesprek met wetenschapsorganisaties NWO en KNAW.
Donderdag gaan Van Engelshoven (D66) en haar collega Slob (ChristenUnie) met de Tweede Kamer in debat over digitalisering in het onderwijs.