De Tweede Kamer sprak vandaag met minister Dijkgraaf over de hoofdlijnen van zijn beleid voor hoger onderwijs en wetenschap, waar het kabinet honderden miljoenen extra aan gaat uitgeven.
Het was een klein gezelschap. Alleen Hatte van der Woude (VVD), Lisa Westerveld (GroenLinks) en Jeanet van der Laan (D66) waren aanwezig. ‘Jammer dat een aantal andere mogelijke gesprekspartners hier niet waren’, liet Dijkgraaf zich aan het einde ontvallen na zijn beleefde lof voor de inbreng van de Kamer.
Naast onder meer wetenschapsbeleid en studentenwelzijn kwam ook het beroepsonderwijs ter sprake, waarover Van der Woude mede namens coalitiepartners CDA en ChristenUnie het woord voerde. ‘Doen wij nu recht aan zulk beroepsonderwijs, vinden we het belangrijk genoeg?’, vroeg ze retorisch. ‘We praten er vaak over als iets waaruit je ‘opstroomt’ of ‘doorstroomt’ met aan het eind de heilige graal van de universiteit. Wat ons betreft moeten we wat minder stromen en wat beter kiezen.’
Ontploft
‘We zien dat het wo ontploft terwijl het hbo krimpt’, voegde ze eraan toe. ‘Veel mensen die naar het wo gaan horen er helemaal niet thuis. Die lopen erop stuk. Ze doen lang over hun studie om vervolgens alsnog op hbo-niveau te gaan werken.’
De Kamerleden spraken niet over de invloed van de arbeidsmarkt op studiekeuzes. Een verpleegkundige verdient bijvoorbeeld minder dan een dokter. Het debat ging vooral over het profiel van de opleidingen.
‘Veel wo-bachelors lijken op hbo-studies, waarmee ze in feite het hbo leegvreten’, meende Van der Woude. ‘En waarom hebben we beroepsonderwijs? Als we ze zoveel mogelijk op elkaar laten lijken, dan delft het hbo het onderspit.’ Iets dergelijks zegt voorzitter Maurice Limmen van de Vereniging Hogescholen vandaag ook in het Financieele Dagblad.
Waaier
Dijkgraaf vond het goed dat de Kamer aandacht vroeg voor het beroepsonderwijs. ‘Ik denk dat we erg moeten waken voor een soort hiërarchisch beeld van ons beroeps- en hoger onderwijs. Ik praat zelf veel liever over een waaier, waarin mbo, hbo en wo andere taken hebben, ieder met een eigen waarde.’
Dus wil hij ook investeren in het beroepsonderwijs en zorgen voor een betere aansluiting op de arbeidsmarkt. Ook praktijkgericht onderzoek vindt hij belangrijk. Verder wil hij kijken hoe de overheid een goed hbo-aanbod in de krimpgebieden overeind kan houden.
En het doorstromen naar de universiteit? Enerzijds vindt de minister het belangrijk dat studenten kunnen doorstromen, legde hij uit. ‘We willen geen barrières opwerpen.’ Anderzijds wil hij niet doen alsof doorstromen het ‘hoogste goed’ is. ‘Dat is gewoon een dilemma.’
Concreet
Westerveld (GroenLinks) was het ermee eens, maar wilde weten wat de minister nu concreet ging doen. Daarop moest Dijkgraaf het antwoord schuldig blijven. Nog voor de zomer ontvangt de Tweede Kamer een brief hierover, beloofde hij.