Allereerst, blij dat de universiteitsraad akkoord is met de nieuwe opleiding?
‘Natuurlijk! Tegelijkertijd vond ik het jammer om te zien wat er gebeurt tijdens zo’n discussie tussen de leden van de Uraad en het college van bestuur. Gelukkig was er ook veel support, maar er werd in mijn ogen veel te veel op de risico’s gefocust. Terwijl ik juist enorm veel kansen zie die in de universiteitsraad amper aan bod kwamen. Niet alleen voor Amsterdam, maar ook voor Creative Technology op de UT. De samenwerking gaat ook de opleiding hier versterken, daar ben ik van overtuigd.’
Zijn de zorgen van de Uraad – over werkdruk, bekostiging en instroom – dan niet terecht?
‘Sterker nog, onze faculteitsraad en ik delen exact dezelfde zorgen. Maar de zorgen en initiële scepsis zijn bij mij allang omgeslagen in vertrouwen. Natuurlijk wil ik mijn naaste collega’s niet opzadelen met meer werk, daarom starten we snel een wervingsproces voor nieuwe mensen. En we hebben gesprekken gehad met de vakgroepen, om te zorgen dat er ruimte en financiële ruimte is om die mensen aan te nemen, op zowel een onderwijs- als onderzoekstaak.
'We hebben veel om trots op te zijn. En dat willen we niet laten instorten'
Hoeveel studenten er instromen, is altijd gissen. Maar we hebben veel onderzoek gedaan: hoe ziet het er demografisch uit, wat voor trends zien we – ook specifiek voor zo’n bredere opleiding, hoe ziet het toevoergebied eruit? Onze meest accurate inschatting is dat we in het eerste jaar zo’n honderd studenten verwachten. En bovenal zijn we ervan overtuigd dat deze nieuwe opleiding niet de instroom van de bestaande gaat kannibaliseren. Dat is een opluchting. Maar uiteindelijk blijven instroomprognoses een kwestie van data-driven koffiedikkijken. Toch zou ik het jammer vinden als we te veel in risico’s blijven hangen, in plaats van dat we kansen zien.’
Waar kwam je eigen scepsis vandaan?
‘De samenwerking met de VU komt natuurlijk ergens vandaan. Meer technisch talent met een maatschappelijke betrokkenheid opleiden voor Nederland. De arbeidsmarkt zit te springen om deze mensen. En we zagen dat de studiekiezers in de regio van Amsterdam relatief nog weinig voor een technische opleiding kiezen. Dus zit daar potentie. Daarnáást is het wel belangrijk dat we ook voldoende technisch talent naar onze regio weten te halen. En dat zou dan mooi kunnen door de bachelors in Amsterdam te interesseren voor een technische master in Twente. Maar op het moment dat het je eigen opleiding begint te raken, dan wordt het spannend. We hebben ook iets te verliezen, hè. We hebben een stabiele opleiding, met een recente mooie accreditatie en een internationaliseringscertificaat op zak. Onze studenten zijn ontzettend actief op alle niveaus en zijn bovenal makers. Kortom, we hebben veel om trots op te zijn. En dat willen we niet laten instorten. Daarom stak ik mijn vinger op, toen gevraagd werd wie de kar zou moeten trekken voor deze nieuwe opleiding. Ik wilde niet dat iemand anders hiermee aan de haal zou gaan. Of dat ik op een gegeven moment niet meer zou kunnen uitleggen waar we mee bezig zijn. Áls we het doen, zouden we het goed doen. Vanuit betrokkenheid.’
'We krijgen nu al cadeautjes aangereikt die onze opleiding sterker gaan maken'
Wat zijn dan precies die kansen?
‘Bij onze opleiding leiden we studenten op tot wat we socially responsible scientists noemen. Het zijn studenten die out-of-the-box denken en dingen willen maken die ertoe doen. We zien dat de VU daar zowel filosofisch als inhoudelijk complementair aan is. We krijgen in zekere zin nu al cadeautjes aangereikt die onze opleiding sterker gaan maken. Zo bieden we zelf nu twee specialisaties aan, maar door de samenwerking met de VU kunnen we daar een derde specialisatie aan gaan toevoegen: Humane Technology. Dat betekent dat de studenten van de UT-opleiding CreaTe ook die specialisatie kunnen gaan volgen. Daarnaast zijn er kansen om gezamenlijk aan grote projecten te werken; een kans om andere manieren van denken samen te brengen. De studenten van hier zijn namelijk ontzettend sterk in het maken, terwijl de VU-studenten door de bank genomen erg sterk zijn in het problematiseren en doorgronden van een casus. Hoe gaaf is het als dat allemaal samenkomt?’
Waarin verschilt deze opleiding met de Mechanical Engineering-opleiding samen met de VU?
‘Ik denk dat het meer tweerichtingsverkeer zal zijn. CreaTe is een bredere opleiding, met mogelijkheden om de sterktes van de VU in het programma op te nemen, waardoor het programma voor iedereen in aantrekkelijkheid zal winnen. We werven veel breder, ook vwo’ers zonder technische achtergrond kunnen instromen. In de wetenschap dat tegenwoordig brede opleidingen erg in trek zijn, denken we dat de instroom goed gaat lopen.’
'We halen de studenten hiernaartoe als ze aan grote projecten moeten werken'
Is er al duidelijkheid over het inhoudelijke programma?
‘Daar werkt een curriculumteam momenteel aan. In grote lijnen is het de bedoeling dat de meeste vakken in Amsterdam worden aangeboden. De opleiding valt daar onder de faculteit Geesteswetenschappen. We halen de studenten hiernaartoe als ze aan grote projecten moeten werken. De bedoeling is dat ongeveer de helft van de docenten uit de VU komt, en de helft vanuit de UT.’
Hoe verder? Er is nog niet definitief groen licht gegeven, toch?
‘Klopt. Onze Faculteitsraad moet overtuigd worden en het is aan de Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs om te oordelen of deze opleiding meerwaarde heeft voor het landelijke aanbod aan hoger onderwijs. Dat oordeel verwachten we binnen een paar maanden en zien we met vertrouwen tegemoet. Wat ons betreft zit het met de doelmatigheid helemaal goed en een recent onderzoek daarnaar sterkt ons in die overtuiging. Het is het logische onderbuikgevoel van iedereen die een brede opleiding doet: waar leidt dit diploma toe? Maar we zien dat een aanzienlijk deel doorstroomt naar een technische master. En gaan CreaTe-studenten de arbeidsmarkt op, dan komen ze goed terecht. Dat geeft vertrouwen.
Nu we het grootste deel van het voorwerk erop hebben zitten, kunnen we ons snel gaan richten op de implementatie. We moeten wervingsprocedures opzetten en snel mensen aannemen, het curriculum verder ontwikkelen en zorgen dat de voorlichting als een huis staat. We zijn al een heel eind op weg, maar we zijn er nog niet.’