Via de medezeggenschapsraden van hogescholen en universiteiten kunnen studenten en medewerkers meebeslissen en adviseren over belangrijke zaken, zoals het onderwijsbeleid en de begroting. Maar de animo loopt al jaren terug en ook de ondersteuning laat te wensen over.
Het helpt bepaald niet dat de vergoeding voor het werk in de medezeggenschap per onderwijsinstelling verschilt, stellen GroenLinks en de PvdA in een gezamenlijk ingediende motie, want sommige medezeggenschappers krijgen hierdoor een wel erg lage vergoeding voor hun inspanningen.
Ze vragen de minister om ‘samen met de studentenorganisaties en de koepels van instellingen landelijke richtlijnen op te stellen voor vergoedingen voor de leden van de medezeggenschap’.
Meer evenwicht nodig
Daar staat minister Dijkgraaf wel voor open, bleek gistermiddag tijdens een kort debat. ‘We praten natuurlijk over een algemeen probleem, namelijk dat we de instrumenten wel hebben, maar dat de medezeggenschap alleen maar echt goed gaat werken als er ook genoeg animo voor is’, stelde hij.
Onderwijsinstellingen hebben nu veel ruimte om maatwerk te bieden en als het aan de minister ligt, moet dat ook mogelijk blijven. ‘Maar ik denk dat we meer evenwicht in het systeem moeten krijgen. Het voorstel voor landelijke richtlijnen lijkt me een goed instrument’, zei Dijkgraaf.
Vrijstelling collegegeld
GroenLinks en de PvdA vroegen de minister in een andere motie ook of hij kan nagaan waarom studenten die fulltime actief zijn in de medezeggenschap vaak geen vrijstelling van het collegegeld krijgen.
Het is ‘eigenlijk aan de instelling’ of dat wel of niet gebeurt, reageerde de minister. Maar hij kon zich ook ‘geen goede reden voorstellen’ waarom ze dat niet zouden doen. Hij was bereid om waar mogelijk eventuele obstakels weg te nemen. Beide moties worden op 10 mei, na het reces, in stemming gebracht.