RISE staat voor ‘Rocketry Innovations & Space Engineering’ en bestaat uit studenten van de gezamenlijke werktuigbouwkunde-opleiding van de UT en de VU. Daarom is de vereniging verbonden aan zowel Twentse als de Amsterdamse universiteit. RISE is nog geen officieel erkend studententeam, maar volgens teammanager Alexander Nieuwland wel op weg om er één te worden. ‘We willen toewerken naar het bouwen van een herbruikbare raket en daarmee bijdragen aan het opruimen van ruimteafval. We zijn bezig met duurzame ruimtevaart en onderzoek. Dat past volgens ons bij de UT en de VU. Over twee maanden houden we een pitch en hopen we een officieel studententeam te worden.’
Herbruikbare raket
De studenten bouwden al eens eerder een raket. ‘Met het lanceren van die eerste raket behaalden we een level 1-certificaat van Tripoli Netherlands, een landelijke raketvereniging. Die raket bereikte een hoogte van 600 meter en een maximale snelheid van 151 meter per seconde. Dankzij het certificaat kunnen we voor een tweede raket zwaardere motoren gebruiken’, legt Nieuwland uit.
Aan die raket werken de studenten nu, vult technisch manager Nathan Jacques aan. ‘De raket zal volgens onze simulaties een hoogte bereiken van 1050 meter en een maximale snelheid behalen van 140 meter per seconde. Het is de bedoeling om die in de toekomst herbruikbaar te maken. Momenteel maakt de raket nog gebruik van een parachute voor de landing. Maar bij een herbruikbare raket is de landingsplaats bekend. Op die manier bespaar je veel kosten, omdat je de raket bijvoorbeeld niet uit de oceaan hoeft te vissen.’
Ruimteafval opruimen
Uiteindelijk moeten de herbruikbare raketten van RISE helpen om ruimteafval op te ruimen. ‘Dat begint een steeds groter probleem te worden’, vertelt Nieuwland. ‘Stukken afval van bijvoorbeeld satellieten bewegen razendsnel in een baan om de aarde en er komt steeds meer afval bij.’ Uiteindelijk zou dat tot het Kesslersyndroom kunnen leiden, zegt de teammanager van RISE. ‘Dat is een scenario waarin de dichtheid van ruimteafval zo groot is geworden dat botsingen tussen stukken ruimteafval een kettingreactie veroorzaken en de hoeveelheid ruimteafval exponentieel toeneemt. Op een gegeven moment wordt het dan vrijwel onmogelijk om nog iets naar de ruimte te lanceren.’
De raketten van RISE bestaan uit twee onderdelen. ‘De ‘first stage’ van de raket komt na de lancering weer terug op aarde, maar de ‘second stage’ zal in een baan om de aarde gebracht worden om ruimteafval op te ruimen. ‘Daarvoor hebben we twee plannen gemaakt. Het eerste plan focust zich op ontraceerbare ruimtedeeltjes van tien centimeter of kleiner, die de grootste bedreiging vormen voor de veiligheid van de ruimtevaart. Deze willen we opruimen met een groot uitklapbaar magnetisch net. Het tweede plan richt zich juist op grote stukken ruimteafval van een meter of groter, die we met een harpoen aan onze raket willen bevestigen’, vertelt Nieuwland.
Recyclen
Met beide ideeën kan het ruimteafval gerecycled worden. ‘Zo zouden we met het magnetische net kleine deeltjes afval kunnen opbranden in de atmosfeer. Of dat economisch en maatschappelijk rendabel is, moet nog blijken uit het totale kostenplaatje’, zegt Jacques. ‘Het tweede plan is aantrekkelijk omdat de grote stukken ruimteafval voornamelijk van aluminium zijn gemaakt. En dit materiaal is honderd procent recyclebaar.’
Amsterdam en Enschede
De studenten werken zowel in Amsterdam als in Enschede aan de raket. ‘Op de UT hebben we toegang tot machines die ons kunnen helpen bij de productie van onderdelen’, aldus Jacques. ‘Ook hebben we de ruimte om aan de raket te werken in de werkplaats aan de Achterhorst. Vanuit zowel de UT als de VU is budget beschikbaar gesteld en we hebben softwarelicenties, waarmee we onze raket kunnen ontwerpen.’
Het zeskoppige team is nog op zoek naar meer leden. ‘We zijn van plan het team uit te breiden naar twintig leden. We willen studenten de ervaring bieden om mee te werken aan dit project.’
(Foto: de lancering van een Rise-raket)