In januari maakte de NOS bekend dat het centrum gesponsord werd door een Chinese universiteit. De VU staakte in dezelfde maand de onderzoeksactiviteiten van het CCHRC. Onderzoek moest eerst uitwijzen of de onafhankelijkheid van het centrum in het geding is gekomen door de financiering uit China.
Zelfcensuur
Dat onderzoek is nu afgerond. Rector magnificus Jeroen Geurts benadrukt dat er ‘geen bewijs is gevonden dat individuele onderzoekers hun opvattingen hebben laten ‘kopen’ of dat onder druk van Chinese financiers sprake is geweest van zelfcensuur’.
Maar helemaal vrijgepleit worden ze niet. De onderzoekers van het centrum ‘schurken met hun publicaties en andere publieke uitingen nauw aan tegen de politieke uitspraken van de president van China’, staat in het rapport. Ook zijn er ‘ernstige bedenkingen bij de methodologie’ en de onderzoekers maken zich ‘kwetsbaar voor politieke inkadering, waardoor hun onafhankelijkheid in het geding is’.
Het ontbrak volgens het rapport ook aan transparantie over de financiering uit China. Het centrum had beter moeten nadenken of het ‘verstandig zou zijn’ dat het afhankelijk zou worden van één partij, de Chinese universiteit SWUPL.
Maatschappelijke verantwoordelijkheid
De onderzoekscommissie doet tot slot een beroep op de ‘maatschappelijke verantwoordelijkheid’ van alle Nederlandse universiteiten en kennisinstellingen ‘waar het gaat om samenwerken met partners uit landen waar mensenrechten op ernstige wijze worden geschonden’. Dat geldt ‘zonder twijfel voor de wijze waarop China omgaat met de Oeigoerse moslims en andere minderheden in de provincie Xinjiang’.
Medewerkers van het mensenrechtencentrum weerspreken de kritiek op hun werkwijze. Ze schrijven onder meer dat het klopt dat er raakvlakken zijn met de Communistische Partij van China, ‘maar dat komt omdat de Partij naar ons is opgeschoven en wij niet naar haar’. De medewerkers hopen hun werk ‘in een ander verband voort te zetten’.