Elk jaar laat het ministerie het collegegeld voor het hoger onderwijs meestijgen met de inflatie van de maand april. Omdat die inflatie afgelopen april nogal hoog was (bijna 10 procent) dreigde het collegegeld met 212 euro te stijgen per september 2023.
Maar dat gaat niet gebeuren. De jaarlijkse verhoging moet minder gevoelig worden voor pieken en dalen in de inflatie, meent minister Dijkgraaf. Hij wil de stijging voortaan op het jaargemiddelde baseren.
Daardoor gaat het collegegeld volgend jaar niet met 212 euro omhoog, maar met 105 euro. Dat laat het ministerie van Onderwijs weten. Het is nog altijd een forse stijging, maar wel minder dan gevreesd.
Boodschappen en energie
‘De minister hoort en begrijpt de zorgen van studenten over de stijgende kosten voor onder meer boodschappen en energie’, laat het ministerie weten. Toch doet hij dit niet speciaal voor de portemonnee van studenten. Het is een technische verbetering die de minister wil doorvoeren, ‘ongeacht eventuele koopkrachtmaatregelen voor studenten’.
Gezien de hoge inflatie voorspelde het HOP in het voorjaar een forse stijging van het collegegeld. Verschillende oppositiepartijen wilden het collegegeld bevriezen, maar de regeringspartijen niet.
Minister Dijkgraaf bleek toch gevoelig voor de kritiek op de stijging. Hij wilde die beperken tot zo’n 50 à 60 euro, zei hij tegen de Tweede Kamer, maar moest nog over de aanpassing nadenken. Hij wilde nog niets toezeggen.
Geen halvering
In september 2024 verdwijnt overigens de korting op het collegegeld voor eerstejaars studenten (en tweedejaars van lerarenopleidingen). Zij betalen dan het volle tarief in plaats van de helft.
Het gaat om een afruil: dankzij het schrappen van die korting wordt de basisbeurs iets hoger. Ook komen meer studenten in aanmerking voor een aanvullende beurs. De basisbeurs keert in september 2023 terug.