Vanmorgen meldde de NOS dat het kabinet, vanwege de hoge inflatie, de nieuwe basisbeurs voor uitwonende studenten in mbo en hoger onderwijs een jaar lang met 165 euro wil verhogen.
‘Er moet veel meer geïnvesteerd worden’, reageert voorzitter Joram van Velzen van de landelijke studentenvakbond. ‘Het Nibud meldde deze week dat zelfs mensen die anderhalf keer modaal verdienen al moeite gaan krijgen met het betalen van de rekeningen. Studenten gaan het dus nog veel zwaarder krijgen met de hogere energieprijzen en inflatie.’
Zorgelijke signalen
Volgens Van Velzen is er nog veel meer nodig om studenten te ondersteunen. ‘Dit bedrag komt veel te laat, namelijk pas volgend collegejaar. Terwijl studenten nu al aangeven dat ze de hoge rekeningen voor huur en energie niet kunnen betalen.’
Niet alleen studenten bellen de vakbond. Ook ouders maken zich zorgen. ‘Er wordt vaak gedacht dat ouders makkelijk voor hun kinderen in de bres kunnen springen, maar dat is lang niet altijd zo. Zij kunnen de gaten die nu ontstaan niet langer vullen.’
Prinsjesdag
Volgens Van Velzen is de aanstaande basisbeurs, die in september 2023 wordt ingevoerd, sowieso te laag. ‘Al vóór de huidige prijsstijgingen had het jongerenplatform van de Sociaal Economische Raad uitgerekend dat een uitwonende student minimaal 421 euro zou moeten krijgen. Met de huidige problematiek zouden we echt over hele andere bedragen moeten praten.’
Op Prinsjesdag, aankomende dinsdag, ziet hij graag concrete plannen die de huidige generatie studenten gaan helpen. ‘Studenten moeten bijvoorbeeld in alle gemeenten een energietoeslag kunnen aanvragen en het kabinet moet garanderen dat rentetarieven op de studieschuld niet verder stijgen’, vervolgt Van Velzen. De rente is inderdaad aan het stijgen, al kan het vijf jaar duren voordat studenten die verhoging daadwerkelijk moeten betalen.
Slecht onderbouwd
De LSVb staat niet alleen in zijn kritiek op de kabinetsplannen. FNV-jongerentak Young & United vindt eveneens dat de steun ontoereikend is en verwijst naar het recente advies van de Raad van State aan het kabinet. Daarin staat dat het kabinet beter moet onderbouwen hoe het nieuwe studiefinancieringsstelsel op de lange termijn gefinancierd kan worden.