Per september 2023 gaat het collegegeld met 105 euro omhoog. Het kabinet volgt hiermee de inflatie zoals statistiekbureau CBS die berekent. Maar het CBS twijfelt inmiddels aan zijn eigen methode en gaat die aanpassen.
Gezien die nieuwe methode zou de stijging slechts 67 à 85 euro hoeven zijn, meldde het HOP. Het CDA en Volt stelden hierover schriftelijke vragen. Gaat het tarief dan alsnog een paar tientjes omlaag?
Geen noodzaak
Maar nee. Het ministerie moet het nieuwe tarief altijd vóór 1 november bekendmaken en dat is al gebeurd, staat in het antwoord van minister Dijkgraaf. Bovendien gaat het CBS die nieuwe methode volgend jaar pas invoeren – en niet met terugwerkende kracht.
Dijkgraaf is dus niet van plan het tarief alsnog te verlagen. Hij ziet er ook geen noodzaak toe, gezien de komst van de basisbeurs en de inflatiesteun voor een deel van de studenten (165 euro bovenop de basisbeurs voor uitwonende studenten). Er ligt “een gebalanceerd pakket” voor studenten.
Uitschieters
Overigens dreigde het collegegeld aanvankelijk twee keer zo hard te stijgen (met 212 euro), omdat het ministerie altijd het inflatiecijfer van de maand april gebruikte. Dat cijfer was afgelopen april bijna tien procent. Dat vond minister Dijkgraaf te gortig. Voortaan kijkt het ministerie naar de inflatie over een heel jaar, zodat er minder uitschieters zullen zijn.
Het wettelijk collegegeld voor studiejaar 2023/2024 gaat 2.314 euro bedragen. Eerstejaars studenten betalen de helft, net als tweedejaars van lerarenopleidingen. Deze halvering verdwijnt een jaar later, per september 2024, in ruil voor een hogere aanvullende beurs.