Bij enkele hogescholen en universiteiten konden studenten voor flexstuderen kiezen. Ze betaalden alleen collegegeld voor de vakken die ze dat jaar volgden. Dat kon prettig zijn voor bijvoorbeeld topsporters, mantelzorgers, medezeggenschappers of studenten met een eigen bedrijf.
De Tweede Kamer was zo tevreden over dit experiment dat de vorige minister van Onderwijs, Ingrid van Engelshoven, alvast aan een wetsvoorstel mocht werken om ‘betalen per studiepunt’ definitief mogelijk te maken, en zij was daar enthousiast over.
Haar opvolger, Robbert Dijkgraaf, was dat aanvankelijk ook. Hij verwachtte in het voorjaar van 2023 een wetsvoorstel te kunnen indienen. Zorgen over het systeem probeerde hij weg te nemen.
Toekomst
Maar het gaat voorlopig niet door. Dijkgraaf wil nog geen wetsvoorstel indienen, heeft hij het hoger onderwijs laten weten. Hij gaat de mogelijkheid van flexstuderen meenemen in zijn ‘toekomstverkenning’, die hij dit voorjaar wil afmaken.
Dus loopt het experiment per september af. Daar hadden de deelnemende instellingen niet op gerekend. Sommige studenten kunnen in de problemen komen met de planning die zij en hun begeleiders in gedachten hadden.
De Landelijke Studentenvakbond baalt ervan. ‘Er zitten voor- en nadelen aan flexstuderen’, zegt voorzitter Joram van Velzen. ‘Je kunt makkelijker dingen naast je studie doen, dus voor studenten in raden kan het fijn zijn. Het risico is dat je de binding met je opleiding verliest: wie is het aanspreekpunt voor flexstudenten?’ Van Velzen vindt dat de pilot verlengd moet worden totdat er een wetsvoorstel komt, of totdat het wetsvoorstel definitief van tafel is.
‘Wij hebben het nieuws ook vernomen’, zegt woordvoerder Jos Steehouder van de Vereniging Hogescholen. ‘We hebben het idee dat er nog ruimte is om met het ministerie te praten en te kijken wat er te repareren valt. Maar als flexstuderen inderdaad per 1 september stilvalt, dan verliezen sommige studenten hun ‘maatwerk’ en het is meestal niet voor niets dat ze daar gebruik van maken.’
Hele onderwijs?
Het is nog niet bekend waarom Dijkgraaf op de rem trapt; het ministerie kon er nog niet op reageren. Mogelijk heeft het te maken met de wens van sommige partijen, zoals de VVD, om flexstuderen in het hele hoger onderwijs mogelijk te maken. Want waarom zou maar een beperkte groep studenten aan enkele opleidingen ervan mogen profiteren? Flexstuderen kan toch voor iedereen aangenaam zijn?
Dat zag Dijkgraaf niet zitten. ‘Zo’n brede invoering van flexstuderen zal zeker niet bijdragen aan de rust en ruimte die ik graag in het stelsel wil brengen’, zei hij afgelopen april tegen de Tweede Kamer. Zo’n systeemverandering zou grote gevolgen kunnen hebben voor de organisatie, administratie en financiën van hogescholen en universiteiten. Dijkgraaf: ‘Dat vertaalt zich uiteindelijk ook door naar de docenten, die gemakkelijk overbelast kunnen zijn.’ Negen maanden later zet hij het flexstuderen dus in de koelkast.
Het experiment begon in september 2017 bij twee hbo-instellingen (Hogeschool Utrecht en Windesheim) en twee universiteiten (Tilburg en UvA Amsterdam). In 2019 haakte de Universiteit Utrecht aan. Sinds september 2021 loopt het experiment ook bij de Hanzehogeschool, Hogeschool voor de Kunsten Utrecht en de Haagse Hogeschool.