Het contrast kan zaterdag bijna niet groter in het Sportcentrum. In de hal en de gangen heerst een serene rust. Studenten die een sportuurtje achter de rug hebben komen rustig bij op een bankje voor de kluisjes. Koptelefoon op het hoofd, zweterige handdoek over de schouder. Nog geen tien meter worden een vijftigtal boksers gedrild om op maximale snelheid de buikspieren op te warmen. ‘One, two, three, for, five, six!’
Centrale bokstraining
De oefening vormt een warming-up voorafgaand aan een centrale bokstraining in SC5 en SC6 van het Sportcentrum. Een training waar boksers van meerdere verenigingen uit de regio samen zijn gekomen om twee uur te sparren. Verdeeld over de twee zalen staan groepjes boksers uit Almelo, Haaksbergen, Ibbenbüren (Duitsland) en uiteraard ook van Buitenwesten. Vooral mannen, maar ook enkele vrouwen.
Als Bartels de deelnemers ingedeeld heeft op gewicht en klasse begint de training. Het sparren staat centraal. Na elke minuut wisselen de boksers van tegenstander. De ene bokser opent voorzichtig, de ander vliegt er gelijk op. Respect voor elkaar is het belangrijkste. Geen duo verlaat elkaar na een minuut zonder een sportieve boks. Twee keer slaat de vlam even in de pan, als een Russische bokser veel te onbenullig op een tegenstander inhakt. ‘If you can't box calm, you may leave immediately!’, schreeuwt een trainer hem toe. Als het boksen een halve minuut later weer uitloopt op ruzie, wordt de fanatiekeling naar de andere zaal gestuurd om het daar te proberen.
Olympische klasse
In die andere zaal is ook de boksring opgesteld. Daar werken ‘de grote jongens’ hun training af. De meest in het oog springende is Peter Müllenberg (35). De Almeloër traint in een oranje shirt met een TeamNL-opdruk. Op zijn gespierde bovenarm prijken vijf Olympische ringen, die zijn deelname aan de Spelen van Rio de Janeiro (2016) verraadt. Organisator Bartels vertelt de deelnemers die aan de zijkant toekijken hoe Müllenberg op zo’n zestig tot zeventig procent ‘boksles’ geeft, dat de Olympiër in het verleden vijfde op de wereldranglijst stond.
In de ring traint Müllenberg onder andere met mede-Twentenaar Dimitri Serdjoek. De in Oekraïne geboren bokser speelde EK’s en WK’s en kwam lange tijd uit in de Duitse Bundesliga. Degene die wil en het aandurft mag het een minuut proberen vol te houden tegen één van de twee toppers. De ene bokser vliegt er vol op, maar incasseert daardoor ook flink, de ander houdt het bij voorzichtige pogingen of stapt de ring zelfs helemaal niet in. Als een lid van Buitenwesten wordt gevraagd om de ring in te stappen, veinst hij met een knipoog een blessure.
Volgens Bartels is de training bedoeld om alle boksers – zeker die van Buitenwesten – de kans te geven om op goed niveau te sparren. Leren staat daarbij voorop, vandaar dat de trainers ook ingrijpen als een partij te fanatiek gaat. Na zo’n twee uur bikkelen zit de training erop en lopen de zalen leeg. De een vertrekt met een iets dikkere oogkas dan twee uur daarvoor, de ander gaat het weekend in met een bloedneus of -lip, maar wel met een ervaring rijker.