Studenten komen nauwelijks nog aan een kamer. Studentenhuisvesters, die ooit zijn opgericht om hen aan een betaalbare woning te helpen, kunnen de vraag niet meer aan. In de studentensteden in de Randstad wachten sommige studenten langer op een woning dan hun studie duurt.
Wachttijden
Het HOP heeft sociale studentenhuisvesters gevraagd hoelang de wachttijden bij hen zijn. De gegevens komen dus van henzelf. Hoeveel tijd zit er tussen de inschrijving en het tekenen van een huurovereenkomst?
De wachttijd groeit vooral flink in de grote studentensteden in de Randstad. In Utrecht is die in een jaar tijd zes maanden langer geworden. In de regio Amsterdam (waar ook Amstelveen, Haarlem en Hoofddorp onder vallen) steeg de wachttijd sinds 2019 elk jaar een of twee maanden. Ook de wachttijd in Delft en Leiden is opgelopen met respectievelijk drie en twee maanden.
In Amstelveen staan studenten gemiddeld 5,5 jaar ingeschreven. Dat is langer dan de meeste opleidingen duren. Het landelijk gemiddelde is meer dan drie jaar en alleen Hoofddorp en Wageningen blijven onder de twee jaar.
Bron: cijfers van ROOM, SSH, SSHN, Lieven de Key, Klik voor kamers, SJHT (Stichting Jongeren Huisvesting Twente) en Maastricht University Student Housing. Nijmegen en Maastricht zijn buiten beschouwing gelaten omdat ze daar met een ander plaatsingsbeleid werken, bijvoorbeeld met loting.
In de wachttijden tellen ook studenten mee die doorverhuizen: ze hebben bijvoorbeeld een kamer bij een studentenhuisvester en verhuizen naar een eigen appartement. De coöperaties kunnen niet zeggen hoe groot dat aandeel is. Maar de SSH heeft in het populaire Utrecht ook complexen waar alleen studenten intrekken die voor het eerst bij de coöperatie komen wonen. De wachttijd daarvoor is sinds 2021 opgelopen van twee naar drie jaar.
Studenten die te lang moeten wachten zijn aangewezen op de duurdere particuliere sector. Alles bij elkaar vinden studenten gemiddeld na vijf maanden een woning, staat in het jaarlijkse rapport Landelijke Monitor Studentenhuisvesting.
Landelijk platform
Directeur Jolan de Bie van Kences, de koepelorganisatie van studentenhuisvesters, maakt zich zorgen. 'Het tekort is op dit moment echt te groot en daar moeten we samen wat aan doen.' Het Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting van het kabinet mikt daarom op de bouw van 60 duizend extra woningen in de komende acht jaar.
Vanaf 2024 zal een nieuw gezamenlijk verhuurplatform van de studentenhuisvesters de druk verlichten, verwacht De Bie. 'Ook nu al kunnen aankomend studenten zich op hun zestiende aanmelden voor onze huisvesting, maar dan alleen per stad. Op ons nieuwe landelijke platform hoeven ze die keuze nog niet te maken en bouwen ze in alle steden wachttijd op.'
Zo’n site biedt volgens De Bie ook meer spreidingsmogelijkheden. 'Studenten zijn steeds mobieler en kunnen in een andere gemeente wonen dan waar ze studeren. Als de huisvesters meer samenwerken dan verlaagt dat hopelijk de druk op het aanbod in de steden met de langste wachttijden. Die zullen daar dan korter worden.'