De student begon in 2007 aan haar opleiding geneeskunde en behaalde haar bachelordiploma in 2014. Datzelfde jaar begon ze aan de master, waarin studenten geneeskunde ‘coschappen’ lopen. Zo worden stages in die opleiding genoemd.
Haar eerste coschap werd voortijdig afgebroken. Er zou sprake zijn van “verregaand onprofessioneel gedrag” dat de onderlinge communicatie verstoorde en zelfs de patiëntenzorg zou bedreigen. Ze ging bij een psychiater in behandeling om te kijken hoe ze kon omgaan met haar “onderliggende gekrenkte gevoelens en verontwaardigde houding”.
Maar het kwam niet meer goed, ook al ging ze door met haar studie en was ze inmiddels in de eindfase van haar opleiding beland. Ze hoefde alleen nog het afsluitende coschap van de opleiding te behalen.
Per 1 mei 2022 is de student uitgeschreven van de opleiding geneeskunde. De student verzette zich tegen die beslissing, maar de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de opleiding in het gelijk gesteld. Het is de vierde keer sinds 2010 dat een student geneeskunde van de opleiding is weggestuurd.
Beter geen arts
Vorig jaar trokken de examencommissies van de opleidingen geneeskunde aan de bel over het ‘iudicium abeundi’. Ze zagen studenten “die beter geen arts kunnen worden”, maar hadden niet altijd de mogelijkheid om hen uit de opleiding te zetten, schreven ze.
Sinds 2010 kunnen opleidingen in het hoger onderwijs een student weigeren of wegsturen als die “door zijn gedragingen of uitlatingen” ongeschikt blijkt voor het beroep. Daar heeft toenmalig minister Plasterk voor gezorgd.
De aanleiding was een pedofiel die in 2007 pedagogische wetenschappen wilde studeren. Deze man was secretaris van de Partij voor Naastenliefde, Vrijheid en Diversiteit, ook wel bekend als de ‘pedopartij’. Drie universiteiten weigerden hem de toelating, maar er stond eigenlijk niet helder in de wet dat dat mocht.
Geen versoepeling
De opleidingen geneeskunde wilden er ook gebruik van maken. De regels zijn echter te ingewikkeld, betoogden de examencommissies. Maar minister Dijkgraaf liet vorig jaar weten dat hij de regels niet ging versoepelen. Gedwongen uitschrijving mag alleen in zeer uitzonderlijke omstandigheden, gezien de grote gevolgen voor de student. De opleidingen moeten heel zorgvuldig te werk gaan.
Dijkgraaf wees erop dat ze de lessen over (en toetsing van) professionaliteit en bepaalde competenties kunnen verbeteren. Als studenten die toetsen niet halen, vallen ze uiteindelijk uit.
Verder kunnen opleidingen hun eigen onderwijs- en examenregeling aanpassen, legde Dijkgraaf uit. Ze kunnen bijvoorbeeld het aantal tentamenkansen en de geldigheidsduur van tentamens beperken.