Volt kreeg in de twee stemlokalen van de Bastille in totaal 616 stemmen. De partij torent daarmee uit boven de rest. Op ruime afstand volgen GroenLinks (352 stemmen), PvdA (174 stemmen), D66 (126 stemmen) en Partij voor de Dieren (121 stemmen). Landelijke winnaar BBB haalde op de campus ‘slechts’ 81 stemmen.
Daarmee wijkt de UT-uitslag flink af van de rest van Nederland. Uit onderzoek blijkt de BBB-kiezer relatief oud en gemiddeld lager opgeleid. Op de campus zijn stemmers vaker jong en hoger opgeleid. Overigens spreekt BBB liever over theoretisch en praktisch opgeleiden.
Ook in andere studentenbolwerken timmerde Volt aan de weg. Met name in Utrecht en Wageningen wist de partij veel stemmen te behalen. GroenLinks was in vrijwel alle universiteitssteden de grootste partij. Dat geldt niet voor Enschede, waar BBB de grote winnaar werd.
Tweede Kamer
Het zijn vooral de regeringspartijen die veel inleveren ten opzichte van het laatste politieke peilmoment op de campus: de verkiezingen voor de Tweede Kamer in 2021. Ook toen werd Volt de grootste op de UT, maar de afstand met de nummer twee (D66) was klein.
Dit jaar ontvangen de sociaal-liberalen veel minder stemmen in de stemlokalen van de Bastille. Ook de vakjes van VVD en CDA werden twee jaar geleden een stuk vaker rood gekleurd door campusstemmers.
Waterschap
Bij de waterschapsverkiezingen werd Water Natuurlijk, een samenwerkingsverband van GroenLinks, D66 en Volt, met bijna 70 procent van de stemmen de grootste partij op de campus. Op grote afstand volgen achtereenvolgens de Algemene Waterschapspartij (AWP), VVD en CDA. Landelijke winnaar BBB werd op de campus de vijfde partij met 97 stemmen.
