De inflatie was vorig jaar ongekend hoog: 10 procent. Dus vragen de onderwijsvakbonden in de cao-onderhandelingen om een flinke loonstijging en de werkgevers snappen dat wel. Maar krijgen de scholen, hbo-instellingen en universiteiten daar genoeg geld voor?
De werkgevers zijn bang dat het kabinet te weinig ruimte biedt voor de lonen. Ze hebben een gezamenlijke brief geschreven aan de twee ministers van Onderwijs en de minister van Financiën.
In principe verhoogt het kabinet elk jaar de bekostiging van het onderwijs, vanwege de inflatie en stijgende lonen. Maar de bestuurders vrezen dat het kabinet blindvaart op lage ramingen van het Centraal Planbureau.
Volgens die CPB-ramingen zouden de lonen eigenlijk maar met 5,2 procent hoeven stijgen. Dat is dus veel minder dan de inflatie. Dat percentage moet het kabinet niet zomaar overnemen, vinden de werkgevers in het onderwijs.
Duivels dilemma
In andere sectoren stijgen de lonen wel met zo’n tien procent, schrijven de werkgevers, dus dat zou in het onderwijs ook moeten gebeuren. Als ze niet genoeg geld krijgen, komen ze naar eigen zeggen voor een ‘duivels dilemma’ te staan. Het kabinet mag niet van hen verwachten dat ze de lonen structureel verhogen ‘ten koste van de kwaliteit van het onderwijs en onderzoek’.
Het kabinet kan van de CPB-ramingen afwijken. Vanaf 2010 bleef het onderwijs bijvoorbeeld een paar jaar op de nullijn: er kwam geen geld bij voor de salarissen, wat alles bij elkaar een bezuiniging van 17 procent betekende. Nu hopen de werkgevers dat het kabinet juist extra geld uittrekt.
Onderhandelingen
Eind mei horen de werkgevers hoeveel loonruimte het kabinet geeft. Tot die tijd zullen de cao-onderhandelingen vermoedelijk vastzitten. De vakbonden eisen een loonstijging van 14 procent.