Bij vijf hogescholen en drie universiteiten konden studenten voor flexstuderen kiezen. Ze betaalden alleen collegegeld voor de vakken die ze dat jaar volgden. Dat kon prettig zijn voor bijvoorbeeld topsporters, mantelzorgers, medezeggenschappers of studenten met een eigen bedrijf. Het was onderdeel van een landelijke proef die in 2017 begon.
De Tweede Kamer was er zo tevreden over dat de vorige minister van Onderwijs, Ingrid van Engelshoven, alvast aan een wetsvoorstel mocht werken om ‘betalen per studiepunt’ landelijk mogelijk te maken.
Ook haar opvolger, Robbert Dijkgraaf, was aanvankelijk enthousiast. Hij dacht in het voorjaar van 2023 een wetsvoorstel te kunnen indienen. Maar in januari kwam hij daar ineens van terug. Dus zou het experiment op 1 september aflopen. ‘Flexstudenten’ zouden dan weer het volledige collegegeld moeten betalen, ook als ze maar enkele vakken volgen. Kamervragen hierover van de VVD zijn nog steeds niet beantwoord.
Doorstart
Dinsdag meldde nieuwsplatform DUB dat de 130 flexstudenten van de Universiteit Utrecht niet de dupe zullen worden. Ze hoeven ook volgend jaar alleen te betalen voor de vakken die ze volgen. Het geld dat daarvoor nodig is, betaalt de universiteit uit eigen zak.
Mogelijk maakt flexstuderen alsnog een doorstart, meldt DUB. Het ministerie zou overwegen om de proef nog twee jaar door te laten lopen, al is daarvoor wel een advies van de Raad van State vereist, en inspraak van de Tweede Kamer.
Haken en ogen
De Omroep Flevoland kwam met vergelijkbaar nieuws. De Hogeschool Windesheim heeft zeshonderd flexstudenten in Almere laten weten dat het ministerie het experiment met twee jaar zou verlengen. En al waren er nog wel wat juridische haken en ogen, flexstuderen zal ‘hoe dan ook’ mogelijk blijven. Vandaag praten de onderwijsinstellingen met het ministerie.
De woordvoerder van minister Dijkgraaf liet woensdag schriftelijk weten dat er nog geen formeel besluit is genomen. ‘We brengen op dit moment in beeld hoe we kunnen omgaan met (de afloop van) het experiment flexstuderen.’ Het ministerie komt binnenkort met meer informatie.