De UT is nu al een paar jaar stevig betrokken in het ECIU University-initiatief. Waarom een andere aanpak?
‘Ik zie het als een doorstart van ECIU University. Sinds de eerste fase, die vier jaar geleden begon, is het als een apart project neergezet. Dat blijkt niet voldoende om verandering binnen de universiteit te organiseren. Zo’n initiatief op projectbasis uitvoeren bleek daarin niet effectief. ECIU University is een van de strategische prioriteiten binnen Shaping2030 en het college van bestuur wil het één van de middelen tot innovatie te maken binnen de UT. Daarom is het zaak om ECIU University te vervlechten met het dagelijkse werk in de universiteit. Dat is in feite de tweede fase die we nu ingaan.’
Is het met ECIU University een geval van ‘onbekend maakt onbemind’?
‘Daar zit wel een kern van waarheid in. Aan de ene kant heb je een groep mensen die er nog nooit van heeft gehoord, aan de andere kant een groepje mensen dat er heel veel van weet. Zo ontstond inderdaad een situatie met betrokkenen die vooruit wilden en een organisatie die daar niet klaar voor was. Maar iets opstarten kost tijd en het is altijd lastig om iets te laten doorleven bij mensen. Het was evengoed mogelijk geweest om door te gaan op projectbasis, maar dan zou het te lang duren voordat ECIU University voldoende impact in de UT heeft. En dat is toch wel het leitmotiv; dat het betekenis creëert voor de UT.’
Hoe moet dat gebeuren tijdens deze tweede fase?
‘We moeten de voor de UT bruikbare dingen van ECIU University verweven in de universiteit. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het versterken van exchange-mogelijkheden, het werken met challenges, het in coproductie ontwikkelen van minoren, het uitreiken van microcredentials en Lifelong Learning. Belangrijk is dat die activiteiten aansluiten op hoe er al samengewerkt wordt, bijvoorbeeld hoe vanuit het TechMed Centre momenteel samengewerkt wordt met de Finse Tampere University. Dat is een gezondere manier dan werken met aparte ECIU University-projecten.’
Waar valt concreet wat te winnen qua nauwere samenwerking?
‘Daarover lopen momenteel gesprekken, in september zullen we een helder beeld te hebben voor dit jaar en het komende. We moeten kijken naar waar de behoefte ligt en dat als startpunt nemen. Zo kunnen we de relevante dingen binnen de UT verder gestalte geven, in combinatie met de ECIU University. Neem bijvoorbeeld uitwisseling; we willen graag onze studenten en startende onderzoekers internationale ervaring bieden. Daarbij kunnen we nog meer samenwerkingen versterken binnen het ECIU-netwerk. Op het gebied van microcredentials is op Europees niveau al wel een systeem opgezet. Maar we hebben er hier op de UT nog niet onze systemen en processen op ingericht. Zo’n veelbelovende ontwikkeling kunnen we nadrukkelijker onderdeel maken van onze eigen processen.’
Uiteindelijk moeten zulke plannen ook uitgevoerd worden. Zijn de faculteiten daar klaar voor, met het oog op de heersende werkdruk?
‘Met de faculteitsbesturen lopen goede gesprekken. En qua organisatie hebben we nu naast een consortiumteam ook een UT-team met een programmamanager die helpt om het te implementeren. Qua werkdruk is het absoluut niet de bedoeling om er nog een taak bij te doen. Ik geloof er juist in dat we via zo’n samenwerkingsverband docenten kunnen ontzorgen. Als bijvoorbeeld een andere universiteit binnen ECIU University een vak kan aanbieden dat past binnen een module op de UT, kan dat juist de onderwijslast verlichten.’
Waarom wil de UT juist bij dit consortium aangehaakt zijn?
‘We zitten al vijfentwintig jaar in dit consortium en dat gaat eigenlijk best lekker. Er is voldoende overlap; het zijn allemaal wat jongere, technische universiteiten. En gedurende die 25 jaar bouw je met z’n allen een relatie op. Natuurlijk moet je niet alles willen doen met iedereen, dus ergens moet je als universiteit een keuze maken. ECIU is daar een van, naast bijvoorbeeld de samenwerking met de Vrije Universiteit. Samen verder komen, dat de basis voor de ECIU University, van alle Europese universiteit-initiatieven de grootste.’
Is de eerdere inzet voor niets geweest? De UT investeerde al ruim 4 miljoen euro in het project…
‘Dat geld is zeker niet weg. Sterker nog, die 4,4 miljoen euro was in feite een overvraging. Een fors gedeelte ervan is in de eerste fase niet besteed. Strakker budgetten voor wat we werkelijk kunnen implementeren is in de tweede fase het credo. En de eerdere inzet was zeker niet voor niets. Het punt is alleen dat we groter begonnen dan de organisatie aankon. Nogmaals, het is heel logisch dat zo’n aanloopfase lastig verloopt. Maar als we over een jaar of tien samen met onze partners een ontzettend sterke Europese universiteit hebben opgezet, dan heeft niemand het meer over die lastige aanloop. Er is proactief en met lef geopereerd, daar kunnen we ook zeker trots op zijn.’