UT-onderzoeker De Boer vertelt dat het bezoek onderdeel is van een project van de Poolse technische universiteit Lodz. ‘Zij hebben overheidsfinanciering gekregen om Oekraïne te helpen met het opbouwen van het universitaire systeem.’ Dat ze uitgerekend bij de UT uitkwamen voor een kennisuitwisseling, is niet heel gek’, vervolgt De Boer. ‘Lodz University of Technology is net als de UT partner van het Europees Consortium van Innovatieve Universiteiten (ECIU) waarvoor wij al jaren een Leiderschapsprogramma verzorgen. We kennen elkaar dus.’ Daarnaast is CHEPS gespecialiseerd in onderzoek op gebied van het hoger onderwijs. ‘We hebben veel expertise in huis over onderwijsinnovatie en -ontwikkeling. Zo komen zaken bij elkaar.’
Toenadering
De Boer ziet het bezoek als een eerste kennismaking en een toenadering van Oekraïense universiteiten tot West-Europa. ‘Een verkenning welke samenwerkingsmogelijkheden er zijn. De negen deelnemers kenden elkaar trouwens ook niet. Het was voor hen een kans om te netwerken.
Veel diversiteit
Inhoudelijk ging het om de organisatie van hoger onderwijs in Europa. ‘We schetsten de bestuursstructuren en de mate van autonomie bij de dertien aangesloten partneruniversiteiten van ECIU. Rode lijn was dat er heel veel diversiteit bestaat tussen de landen en hun onderwijsinstellingen. Op elk niveau, van personeelsbeleid tot aan financiering, zijn er verschillen. Er is niet één Europese universiteit.’ Daarnaast spraken ze over trends en ontwikkelingen zoals kwaliteitszorg, gelijkheid en duurzaamheid. Ook de bekostiging werd besproken net als de organisatie van onderzoek en ondernemerschap.
Een vol programma met als afsluiting een tour over de campus. ‘Die wil je natuurlijk laten zien, omdat onze campus bijzonder is’, zegt De Boer. ‘We organiseren wel vaker dergelijke seminars, maar vonden deze best spannend en ook een eer. Het ging om universiteiten uit een land in oorlog. We wisten niet goed wat te verwachten. Maar de sfeer was goed. De groep dankbaar. Ze moesten er best wat voor doen. Het kost moeite om uit Oekraïne te komen. Ze hadden bijvoorbeeld een officiële brief nodig die hun deelname bevestigde. Dat maakte het bijzonder. Opmerkelijk genoeg hebben we het niet veel over de oorlog gehad, terwijl sommige kennisinstellingen vernietigd of beschadigd zijn. De vertegenwoordigers waren vooral leergierig en professioneel. Ze zaten niet in een slachtofferrol en straalden uit dat ze zich er niet onder willen laten krijgen.’
Vervolg
Over een vervolg is niet expliciet gesproken. ‘Misschien komen er nog andere delegaties langs in het kader van dit project. Dat kan. Voor een verdere samenwerking is het in mijn optiek eerst van belang dat het land stabiliseert.’