Afgestudeerden van hogescholen en universiteiten vinden gemiddeld eerder werk dan mbo’ers, maar dat geldt lang niet voor elke sector en opleiding. Weekblad EW (voorheen Elsevier) en onderzoeksinstituut SEO hebben voor het eerst de kansen op de arbeidsmarkt van alle studierichtingen in mbo en hoger onderwijs naast elkaar gezet.
Vaste aanstelling
Mbo’ers die de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) volgen – ze gaan één dag naar school en werken de rest van de week – vinden na diplomering het snelst een (vaste) baan. Dat geldt al helemaal voor bbl-afgestudeerden van mbo-niveau 4. Van hen heeft 63 procent binnen anderhalf jaar een vaste aanstelling, tegen bijvoorbeeld 39 procent van de academici met een masterdiploma. Bbl’ers in de techniek en de zorg spannen de kroon. Zij scoren op dat punt het hoogst van alle afgestudeerden in mbo, hbo en wo.
Met een gemiddeld startsalaris van 2.444 euro komen bbl-afgestudeerden op niveau 4 het dichtst in de buurt van de hbo’ers (2.710 euro). Hun inkomen is vergelijkbaar met dat van afgestudeerden van de alfa-opleidingen aan hbo en universiteit. Let wel, het gaat om startsalarissen. Het doorsnee maandsalaris van hoogopgeleiden stijgt doorgaans sneller dan dat van mbo’ers.
Waaier
De onderzoekers verwachten dat het mbo dankzij hun ‘ongefilterde vergelijking’ een gelijkwaardig alternatief wordt in de ‘waaier’ van praktische en theoretische opleidingen, zoals minister Dijkgraaf het noemt.