BIJ1 en de Partij voor de Vrijheid (PVV) presenteerden dit weekend hun conceptverkiezingsprogramma. Bijna alle partijen hebben dat nu gedaan, afgezien van D66 en Nieuw Sociaal Contract.
Geen discriminatie
BIJ1, waar Sylvana Simons vertrekt en Edson Olf het stokje overneemt, streeft naar toegankelijk en betaalbaar hoger onderwijs. Discriminatie moet volgens de partij harder bestreden worden.
Als bedrijven en organisaties zich bijvoorbeeld schuldig maken aan stagediscriminatie, krijgen ze een boete en verliezen ze hun overheidsopdrachten en subsidies. Verder moeten universiteiten en hogescholen ervoor zorgen dat hun antispieksoftware geen studenten discrimineert en moeten ze meer oog hebben voor de noden van studenten met een functiebeperking.
BIJ1 bepleit ook democratisering van het hoger onderwijs. Besturen en raden van toezicht moeten gekozen worden door studenten en staf. Verder komen er commissies die gaan zorgen voor voldoende diversiteit onder studenten en personeel.
En onderwijs moet goedkoper zijn. Het collegegeld wordt afgeschaft. De basisbeurs maakt de partij het liefst afhankelijk van het inkomen van de ouders en de student zelf. Pechstudenten moeten geld terugkrijgen voor de misgelopen basisbeurs. Om voldoende goedkope woonruimte te garanderen, wil BIJ1 de woningcorporaties nationaliseren.
Instellingen moeten sowieso meer geld krijgen, vindt BIJ1. Dat vergroot hun onafhankelijkheid. Ze hoeven dan bijvoorbeeld geen geld meer aan te nemen van fossiele bedrijven. Een volgend kabinet moet daar 1,5 miljard euro extra voor uittrekken. Dat zorgt in een moeite door voor werkdrukvermindering, meer vaste contracten en ongebonden onderzoek. Een bonus per afgestudeerde vindt de partij een ongewenste perverse prikkel.
PVV
Over buitenlandse studenten zegt BIJ1 niets. Daar is de PVV juist wel mee bezig. Internationalisering heeft de toegankelijkheid van universiteiten ‘voor de kinderen van Nederlandse belastingplichtige ouders flinke schade toegebracht en het Nederlands als academische taal marginaal gemaakt’, meent de PVV. ‘De universiteiten moeten er in de eerste plaats zijn voor onze kinderen.’
Dus wil de partij studiemigratie beperken. Bacheloropleidingen mogen daarom alleen nog Nederlandstalige programma’s aanbieden en er moet een maximum worden gesteld aan het aantal buitenlandse studenten van masteropleidingen.
Over geld zegt de partij weinig, behalve dat er maximaal twintig procent van de onderwijsbegroting naar ‘overhead’ mag gaan. De rest gaat dan naar het onderwijs zelf.
De PVV wil bijvoorbeeld meer investeren in het mbo en hbo, waar veel studies opleiden tot beroepen in tekortsectoren. De partij wil ‘geen samensmelting van hbo en wetenschappelijk onderwijs’. Er moet verder meer aandacht komen voor basisvaardigheden als rekenen en taal aan de lerarenopleidingen en pabo’s zodat ‘de kennisbasis weer hersteld wordt’ en het tekort aan competente docenten wordt teruggedrongen.