Schrokken jullie van de uitkomsten in het rapport?
Meelissen: ‘De uitkomsten beoordelen is niet per se aan ons, maar ik kan niet ontkennen dat wij enigszins schrokken van de snelle daling in leesvaardigheid van Nederlandse vijftienjarigen. De daling was in het vorige rapport uit 2018 al ingezet en we wisten dat de coronapandemie de leesvaardigheid geen goed had gedaan. Dat de daling zo drastisch was hadden we niet verwacht.’
Hoe kan de leesvaardigheid van Nederlandse 15-jarigen al jarenlang achteruit gaan?
‘Er is niet één oorzaak aan te wijzen. Ik noemde de coronaperiode al. Die zorgde er overigens ook voor dat wij vier jaar aan dit onderzoek werkten, in plaats van drie. In Nederland daalden we sterker dan in andere landen. Dat heeft deels te maken met ons curriculum. In de jaren ’90 koos men met alle goede bedoelingen voor meer aandacht voor de structuur van teksten, om zwakkere lezers beter te ondersteunen. Het reflecteren op de inhoud en betekenis van een tekst krijgt daardoor minder aandacht. Dat maakt lezen voor leerlingen waarschijnlijk minder aantrekkelijk. Het is een mogelijke oorzaak, net als dat de toename van het gebruik van digitale middelen en het lerarentekort.’
En dan zijn er sinds kort ook nog toepassingen als ChatGPT. Dat belooft niet veel goeds voor het volgende rapport…
‘Daar kunnen we nog niet te veel op vooruit lopen, maar ik verwacht dat zulke toepassingen een rol gaan spelen in de discussie over waar we met leesonderwijs naar toe moeten. Goed kunnen lezen, evalueren en reflecteren op wat je leest blijft belangrijk. Ook voor het leren van wiskunde of natuurwetenschappen. Voor digitale geletterdheid – denk aan mediawijsheid – is leesvaardigheid van essentieel belang. Als je niet goed kunt lezen kun je ook niet goed beoordelen of informatie betrouwbaar is.’
Op wiskunde en natuurwetenschappen scoort Nederland goed en gemiddeld. Dat is goed nieuws voor de UT?
‘Nederlandse leerlingen presteren voor wiskunde inderdaad flink boven het gemiddelde van de landen in het onderzoek. Voor natuurwetenschappen zijn de scores gemiddeld. Dat is positief, maar leesvaardigheid is in welk vak dan ook van groot belang. Wat ook positief is: Nederlandse vijftienjarigen beoordelen hun leven gemiddeld hoger (7,3 red.) dan leeftijdgenoten uit omringende landen en er wordt hier minder gepest.’
Waarom is de UT als enige universiteit betrokken bij dit onderzoek?
‘We voerden het uit in een onderzoeksconsortium, samen met het Expertisecentrum Nederlands en KBA Nijmegen. De UT is penvoerder van PISA-2022 en was in het verleden altijd betrokken bij vergelijkbare onderzoeken, zoals TIMSS (Trends in International Mathematics and Science Study). Het CITO voerde in het verleden PISA uit, maar vanaf PISA-2018 doen wij dat. Overigens moeten we daar altijd een nieuwe subsidieaanvraag voor doen. Het volgende onderzoek, PISA-2025, voeren wij ook uit. Het is veel werk, maar ook leuk en nuttig.’
Wat hoop je dat het rapport teweegbrengt?
‘We maakten het Nederlandse rapport in opdracht van het ministerie van Onderwijs. Enkele weken terug is het naar de minister gegaan en het is aan de politiek om hier wat mee te doen. Dat gebeurt doorgaans gelukkig wel. Het is geen onderzoek dat onderin de la belandt. Stichting Leerplan Ontwikkeling (SLO) ontwikkelt nieuwe kerndoelen voor leesvaardigheid op en het Leesoffensief is ook iets positiefs. Er gebeuren goede dingen, maar curricula en methodes aanpassen en daar resultaten van zien, dat is een kwestie van de lange adem.’