Ov-studentenkaart gaat 115 euro per maand kosten

Studenten van universiteiten en hogescholen reizen bijna zesduizend kilometer per jaar met hun ov-studentenkaart. Daarvoor gaan ze volgend jaar 115 euro per maand lenen en dat is 6 euro minder dan nu.

Ga je ’s morgens per trein en bus naar college? Of reis je elk weekend met je ov-studentenkaart terug naar je ouders? Het kabinet heeft laten onderzoeken hoeveel kilometers studenten met het openbaar vervoer reizen.

Ze reizen minder dan voorheen, is de uitkomst. Het verschilt voor studenten met een weekend- of weekkaart en er zijn ook verschillen tussen mbo’ers en studenten uit het hoger onderwijs, maar het gaat al snel om 10 à 15 procent minder.

Alarm

De vergoeding voor de ov-bedrijven gaat volgend jaar met meer dan 207 miljoen euro omlaag, volgt daaruit. Dat zagen de ov-bedrijven aankomen en ze sloegen alarm over de gevolgen ervan. Ook de Tweede Kamer maakte zich zorgen.

Inmiddels is besloten dat deze ‘meevaller’ voor het ministerie van Onderwijs volgend jaar alsnog naar het openbaar vervoer gaat om de klap op te vangen en de dienstregeling op peil te houden.

Bovendien had het erger gekund voor de ov-bedrijven. Normaal gesproken wordt de vergoeding elke drie jaar herijkt, maar de coronacrisis kwam ertussendoor en toen reisden mensen veel minder. De nieuwe ijking werd een jaar uitgesteld.

Niet gratis

De ov-studentenkaart lijkt voor studenten gratis, maar dat is hij eigenlijk niet. Ze lenen elke maand voor de kaart en als ze geen diploma behalen, moeten ze alles terugbetalen. Hij is dus alleen gratis voor degenen die afstuderen.

Die maandelijkse lening gaat nu een beetje omlaag van 121 naar 115 euro per maand, staat in antwoord op Kamervragen. Dat scheelt dus 72 euro per jaar. De vergoeding schommelde jarenlang rond de 100 euro per maand, maar in 2023 schoot het bedrag omhoog.

© HOP. Bron: DUO/OCW.

Zoals afgesproken geeft het kabinet de besparing van zo’n 207 miljoen euro dus terug aan de ov-bedrijven. Dat kan gevolgen hebben voor de begroting van het ministerie van Onderwijs, schrijft minister Robbert Dijkgraaf in antwoord op Kamervragen hierover.

Want er zijn altijd meevallers en tegenvallers op een begroting, en deze meevaller is bij voorbaat weggegeven. De gevolgen daarvan moeten nog blijken. In het voorjaar maakt het ministerie de nieuwe ramingen: hoeveel studenten zijn er, hoe hard stijgen de lonen enzovoorts. Eventuele tegenvallers komen dan aan het licht.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.