Het straffen van relschoppers moet je aan de rechter overlaten, schrijft de minister in reactie op allerlei vragen en moties rond de protesten in het hoger onderwijs, die soms uitlopen op rellen en verwoesting.
Bij de bezetting van een gebouw van de Universiteit van Amsterdam drie weken geleden richtten relschoppers flinke vernielingen aan. De schade liep in de anderhalf miljoen euro en de universiteit bleef enkele dagen gesloten. Onaanvaardbaar, vond de politiek. Verschillende partijen in de Tweede Kamer staan te springen om een hardere aanpak van agressieve demonstranten
Maar de studiefinanciering is daarvoor het verkeerde instrument, legt de minister aan PVV en JA21 uit. De financiering is niet bedoeld als straf of beloning, maar als middel om het hoger onderwijs toegankelijker te maken. Ze kunnen wel hun recht op studiefinanciering verliezen als ze van hun opleiding worden weggestuurd.
Visum intrekken
Het visum van buitenlandse studenten intrekken als ze zich schuldig maken aan vernielingen, zoals BBB voorstelt? Dat zou kunnen, maar alleen als de rechter hen heeft veroordeeld. Een snelle oplossing is het dus niet.
Op die manier behandelt Dijkgraaf in een brief van elf pagina’s allerlei kwesties rond de protesten en antisemitische incidenten. Zijn rode draad: heb vertrouwen in de onderwijsinstellingen zelf. De overheid hoeft zich er niet of nauwelijks mee te bemoeien.
Toegangscontroles
Enkele partijen vroegen bijvoorbeeld of universiteiten en hogescholen toegangscontroles konden instellen aan de poorten van hun campus. Dan kon er gewoon niemand meer binnenkomen die er niet hoorde; dat zou al heel wat relschoppers schelen. Er werden twee moties over aangenomen.
Maar dat zou niet zo makkelijk gaan, gezien het 'open karakter' van onderwijsinstellingen en de hoge beveiligingskosten. Het wordt ook moeilijker voor studenten en docenten om op tijd op hun afspraken te komen als ze bij beveiligers in de rij moeten staan. Je kunt dat niet standaard gaan doen, meent Dijkgraaf.
Bovendien nemen instellingen zelf wel maatregelen, desnoods met behulp van de politie. Soms willen instellingen de situatie 'de-escaleren' en staan ze toe dat studenten bepaalde regels breken. Die studenten dragen bijvoorbeeld gezichtsbedekkende kleding of kamperen op de campus. Maar dat moeten die instellingen zelf weten, vindt de minister.
Joodse studenten
De VVD maakt zich zorgen over docenten die meedoen aan anti-Israëlische demonstraties. Hoe moeten Joodse studenten zich voelen als die de volgende dag weer bij die docent in de klas zitten?
Zijn collega Mariëlle Paul (basis- en voortgezet onderwijs) had hier al eerder op geantwoord in het vragenuur van de Tweede Kamer. Zij wees erop dat studenten naar de vertrouwenspersoon kunnen stappen en bestuurders kunnen in het uiterste geval disciplinaire maatregelen nemen.
Maar Dijkgraaf schetst vooral de grote lijnen. Docenten kunnen studenten laten zien dat er ruimte is voor 'respectvolle discussies op basis van argumenten'. Ze moeten volgens hem 'een bijdrage leveren aan vreedzaam debat en dialoog'.
En Rusland dan?
En wat is eigenlijk het grote verschil met Rusland, willen demonstranten weleens weten. Na de inval in Oekraïne hebben de universiteiten de banden met Russische instellingen verbroken. Waarom doen ze dat nu niet met Israëlische universiteiten?
Daar antwoordt de minister ook op. Tegen Rusland zijn internationale sancties ingesteld en daar was het onderwijs formeel onderdeel van. Universiteiten en hogescholen moesten de banden dus wel verbreken. Van Nederlandse sancties tegen Israël is geen sprake.