Stand van de wetenschap: goed nieuws met een zwart randje

De Nederlandse wetenschap heeft de afgelopen jaren gefloreerd, ziet het Rathenau Instituut. Maar de noodzakelijke cultuurverandering verloopt traag, de werkdruk is nog torenhoog en het nieuwe kabinet wil alweer bezuinigen.

Volgens het vandaag verschenen rapport De balans van de wetenschap 2024 van het Rathenau Instituut steeg de overheidsbijdrage voor onderzoek en ontwikkeling (R&D) flink: van jaarlijks 5,5 miljard euro in 2018 naar 9,1 miljard euro in 2023. Maar dit jaar wordt de geldkraan al langzaam dichtgedraaid, waarschuwen de samenstellers, ‘gevolgd door forse dalingen in de jaren daarna’. Hoe fors moet de komende maanden blijken.

Koppositie

Nederlandse wetenschappers hebben de afgelopen tijd wereldwijd een koppositie verworven als het gaat om de hoeveelheid publicaties die onderzoekers op hun naam hebben staan. Dat werk wordt ook nog eens veel geciteerd. Na Singapore, het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland staat Nederland qua citaties op de vierde plaats, ruim voor de Verenigde Staten op plek vijf.

Dankzij hun uitstekende reputatie lukt het Nederlandse wetenschappers bovengemiddeld goed om onderzoeksgeld in de wacht te slepen. Gerekend per onderzoeker verkrijgen Nederlandse wetenschappers de meeste Europese beurzen.

Jaloers

Genoeg landen zouden jaloers zijn op deze uitgangspositie. Het Rathenau Instituut concludeert dan ook dat de Nederlandse wetenschappen er goed voor staan. Maar dit succes heeft een keerzijde. Steeds meer publicaties in prestigieuze vakbladen en steeds meer tijdelijk geld leiden tot een ongezonde, werkdrukverhogende ratrace.

Universiteiten willen dat onderzoekers ook promotie kunnen maken vanwege hun fantastische onderwijs, hun bijdrage aan het team, of omdat ze hun wetenschappelijke inzichten op een toegankelijke manier met de maatschappij delen.

De afgelopen jaren krijgt dit ‘erkennen en waarderen’ steeds meer bekendheid en uit onderzoeken blijkt ook dat veel mensen de uitgangspunten ervan steunen. Maar dat is nog niet genoeg voor een cultuur- en systeemverandering. In de praktijk zien nog maar weinig mensen de concrete gevolgen ervan, constateert het Rathenau Instituut. Ook uit de daadwerkelijke tijdsbesteding van onderzoekers blijkt dat erkennen en waarderen nog in de kinderschoenen staat.

Hoge werkdruk

Wat daarbij niet zal helpen is dat de werkdruk op universiteiten onverminderd hoog is, blijkt uit de Balans. Het ziekteverzuim neemt toe. Veel jonge onderzoekers hebben geen zekerheid over hun academische carrière en dat vreet aan ze. Universiteiten bieden net iets vaker dan voorheen een vast contract aan. Maar veel Nederlandse wetenschappers worden nog steeds met tijdelijk geld betaald.

Het aandeel vrouwelijke onderzoekers in Nederland groeit weliswaar, maar loopt nog achter op de rest van Europa. Binnen hogescholen en universiteiten geldt nog steeds: hoe hoger de functie, hoe minder vrouwen.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.