De wetenschappelijke wereld maakt zijn borst nat. Honderden miljoenen euro’s moeten de onderzoekers inleveren. Zelfs minister Eppo Bruins noemt het pijnlijk en lelijk, al schrikt hij er niet voor terug.
Het gesprek over geld zal ongetwijfeld het debat overheersen, als de Tweede Kamer donderdag voor het eerst uitgebreid met de minister gaat praten over het wetenschapsbeleid. Maar er zijn nog meer gevoelige onderwerpen.
China, Rusland
Kennisveiligheid is er een van. Komen landen als China en Rusland hier kennis stelen om hun eigen leger sterker te maken? Een lastig onderwerp, want je wilt niet zomaar de deur dichtgooien voor internationale samenwerking. Dan ga je al snel achterlopen op de rest van de wereld.
Onder meer regeringspartij VVD wil de minister hierover aan de tand voelen. Kennisveiligheid is ‘urgenter dan ooit’, vindt de partij. Hoe moet het bijvoorbeeld met de vele Chinese beurspromovendi: hoe weten we dat die geen toegang hebben tot gevoelige informatie?
Niet alleen de liberalen maken zich zorgen over kennisveiligheid. Ook de vorige D66-minister Robbert Dijkgraaf deed dat. Hij werkte aan een screening van wetenschappers en masterstudenten voor gevoelige vakgebieden. Het grote probleem: welke kennis ligt gevoelig en welke niet?
Het grote geld
Een ander heet hangijzer: wetenschappers werken soms samen met het bedrijfsleven, al dan niet gedwongen door geldgebrek. Hebben die bedrijven dan invloed op de uitkomsten van het onderzoek? De SP wil dit onderwerp aan de orde stellen, net als regeringspartij NSC. Die heeft vooral moeite met de dubbele petten van bijvoorbeeld fiscaal juristen, die aan de universiteit werken en bij adviesbureaus aan de Amsterdamse Zuidas. Er zijn heel veel belastingdeskundigen voor het bedrijfsleven en er is niet één hoogleraar toeslagen, sneerde Pieter Omtzigt vorig jaar september.
Economisch nut
De omgekeerde vraag zal ook ter tafel komen: moeten wetenschappers misschien juist vaker samenwerken met het bedrijfsleven en beter luisteren naar de noden van de samenleving? Het is zonde als nuttige of lucratieve kennis verborgen blijft voor de buitenwereld.
De universiteiten zijn ergens wel gevoelig voor deze denktrant en opperden in 2021 om Nederland een ‘hotspot’ te maken voor spin-off-bedrijfjes en start-ups. Maar omgekeerd willen ze ook altijd genoeg ruimte voor vrij onderzoek.
Bèta en techniek
In het verlengde hiervan willen sommige partijen meer nadruk op technische en exacte wetenschappen, ten koste van de rest. Daarvoor is al eens eerder met geld geschoven, bijvoorbeeld in 2019 onder D66-minister Van Engelshoven. Dat was een noodgeval, vond zij toen.
Maar misschien gaat het deze keer ‘vanzelf’ gebeuren, want het lijkt erop dat technische universiteiten in de strijd van het kabinet tegen internationale studenten de dans ontspringen. Het kabinet wil weliswaar hard bezuinigen op de komst van studiemigranten, maar daarbij blijven technische opleidingen en tekortvakken vermoedelijk buiten schot.
Oude adviezen van de minister
In zijn vorige leven als voorzitter van adviesraad AWTI heeft Eppo Bruins gezegd dat het kabinet zou moeten investeren in onderzoek en innovatie – terwijl hij nu met droge ogen het omgekeerde doet. Daar komt de oppositie vast op terug.
Een ander AWTI-advies uit die tijd is ook interessant: vergeet niet dat het sociaal- en geesteswetenschappelijk onderzoek belangrijk is voor de innovatie. Dat is dus de hoek waar, naar verwachting, de meeste klappen zullen vallen.
Sociale veiligheid
Machtige hoogleraren die anderen het leven zuur maken? Daar moet een einde aan komen, vindt zo ongeveer iedereen. Toch komen er telkens weer verhalen naar boven over vakgroepen of faculteiten waar het al jaren rommelt.
De politiek bemoeit zich er ook mee. De vele tijdelijke aanstellingen zijn bijvoorbeeld een probleem. Als je bang bent dat je contract niet wordt verlengd, is het moeilijker om wangedrag aan de kaak te stellen. Ook de meldprocedures voor klachten kunnen beter, hoor je vaak.
Maar wie worden er het hardst geraakt door de bezuinigingen? Dat zijn niet degenen met een vaste baan. De ruimte voor nieuwe wetenschappers zal kleiner worden, dus de strijd om schaarse plekken ook. Promovendi en postdocs krijgen het zwaar de komende jaren en het is wachten op nieuwe ‘incidenten’.
Woke
Ingewikkeld is dat verschillende kampen met de term ‘veiligheid’ schermen, bijvoorbeeld bij de pro-Palestijnse studentenprotesten aan universiteiten en hogescholen tegen de banden met Israël. Joodse studenten durven nauwelijks nog naar de campus te komen, zeggen rechtse partijen, terwijl de activisten zich juist monddood gemaakt voelen: je kunt niet eens zomaar een discussiemiddag organiseren.
Regeringspartij PVV is dolblij met de bezuinigingen op onderzoek en hoger onderwijs, want in tijden van schaarste zou er geen ruimte meer zijn voor ‘woke’ en activisme. Dat lijkt vooral een manier om de schade goed te praten, want de bezuinigingen treffen een veel grotere groep onderzoekers en medewerkers dan alleen het kleine groepje dat zich – overigens met steun van velen – daarmee bezighoudt.
Ook de bezettingen (en de vernielingen) splijten de politiek. De een verdedigt vooral het demonstratierecht, de ander wil de schade verhalen en eist hard optreden tegen gemaskerde demonstranten.
Promovendi
Als er zo weinig promovendi doorgaan in de wetenschap, misschien hebben we er dan wat minder nodig, overweegt NSC. Het aantal promovendi is in de loop der jaren enorm gegroeid, allicht ook doordat universiteiten een ‘bonus’ per promotie krijgen.
Maar vooral de medische wetenschappen leveren veel proefschriften af. NSC kijkt er met argusogen naar: is dat wel nodig? Welke rol speelt de promotiebonus eigenlijk bij het verdelen van het onderzoeksgeld?
Werkdruk
Vakbonden en activisten hekelen al jaren de hoge werkdruk in de wetenschap. Door de bezuinigingen zal die werkdruk toenemen, maar minister Eppo Bruins vindt dat geen excuus. De universiteiten moeten gewoon voor een gezonde werkomgeving zorgen, ook in tijden van bezuinigingen. Sterker nog, als ze dat niet doen, gaat de Arbeidsinspectie volgens hem ‘handhaven’.
Maar het is natuurlijk vrij schieten voor de oppositie: hoe kun je je opwinden over werkdruk als je zelf de grootste oorzaak bent? Onder meer D66 wil de vinger op deze zere plek leggen.
Toch nog even over geld…
De bezuinigingen zijn fors en de coalitiepartijen geven geen centimeter toe, maar ze hebben geen meerderheid in de Eerste Kamer. Daar zijn ze afhankelijk van de steun die andere partijen geven. Die moeten ze dus de hand reiken.
Daar is PvdA-GroenLinks nieuwsgierig naar. De grootste oppositiepartij wil donderdag duidelijkheid van andere partijen wat ze in de senaat gaan doen. Zullen ze de bezuinigingen steunen of niet?
Een probleem daarbij is dat kleinere partijen waarschijnlijk niet aanwezig zullen zijn bij het debat, terwijl die juist de doorslag kunnen geven. Het CDA heeft zich bijvoorbeeld afgemeld. Een ander punt is dat Eerste Kamerleden hun eigen afweging maken, in principe los van hun collega’s in de Tweede Kamer.