‘Het is allemaal de schuld van de Zwarte Cross’, schrijf je in je voorwoord. Hoe is daar het idee voor dit boek ontstaan?
‘Ik gaf al langer praatjes en lezingen over leefstijlinterventies en gezond leven. Sinds 2019 sta ik ook op het podium bij de Zwarte Cross voor zulke lezingen. Twee jaar geleden besloot ik het over een andere boeg te gooien met een minicollege getiteld ‘Kats naar de Kloten’, over hoe je zo snel mogelijk je lijf en hersenen kapot kon krijgen. Kort en gelukkig leven dus. De enthousiaste reacties van het publiek, het gejoel dat volgde… Dat plantte het zaadje om dit boek te gaan schrijven, met de boodschap om onszelf zo snel mogelijk de vernieling in te helpen.’
Hoe serieus moeten we die boodschap nemen?
‘Ik denk dat mensen vrij snel op waarde zullen schatten wat voor boek dit is, haha. Net zoals het Zwarte Cross-publiek de boodschap goed leek te begrijpen. Dat probeer ik op een manier te doen waarbij ik humor combineer met persoonlijke verhalen en een gedegen wetenschappelijke onderbouwing.’
'Ik ben tegen het idee dat mensen volledig verantwoordelijk worden gemaakt voor hun eigen geluk en eigen gezondheid'
Waar komt de boodschap vandaan?
‘Dan moet ik het hebben over een ander festival, Brave New World. Ik hield daar ook eens een lezing, toen het thema van de editie van dat festival onsterfelijkheid was. Een andere spreker vertelde hoe hij een robot had gebouwd, BINA48, die een digitale echtgenote voor zijn cliënt zou worden zodra haar menselijke echtgenote stierf. Ik gaf daar een praatje over mijn onderzoek met mensen met hersenletsel en hoe veerkrachtig zij waren. Opstandig pleitte ik voor een eindig leven waarbij imperfectie er mag zijn. Dat vond ik wel een treffend contrast. Ik ben zeker geen tegenstander van een lang leven, maar ik ben wel tegen het hele maakbaarheidsidee, dat mensen volledig verantwoordelijk worden gemaakt voor hun eigen geluk en eigen gezondheid. Je kan dit boek zien als een soort proteststem daartegen.’
Dat is vaak wel de rode draad in veel zelfhulpboeken, die maakbaarheid… Heb je die erop nageslagen ter voorbereiding op je eigen werk?
‘Ik kan zelf, om eerlijk te zijn, vaak niet door zelfhulpboeken heen komen. Ik vind er teveel informatie in staat en ze zijn zo stellig en blij. Ik heb wel ergens veel inspiratie geput uit het boek Anleitung zum Unglücklichsein van de Duitse psycholoog Paul Watzlawick. Dat boek las ik op mijn 25e, maar is altijd blijven hangen. Dat en de wijsheden van mijn vader, die groot fan was van Hans Dorrestijn. Wat ik zie in de maatschappij, is dat je eigenlijk twee kampen hebt. Enerzijds zijn er de gezondheidsgoeroes en fitnessinfluencers die het allemaal op het individu afschuiven. Anderzijds heb je mensen die zeggen: je kan er niks aan doen, het ligt aan het systeem. Ergens denk ik dat er heel veel waarheden – en mensen – zijn die tussen die twee kampen in vallen.’
'Dit boek is vooral een pleidooi om wat liever en milder te worden voor onszelf'
En die mensen probeer je te bereiken?
‘Ja, onder andere door mijn eigen gestuntel met een gezonde leefstijl op de hak te nemen. In die zin kun je het boek ergens ook zien als een poging van mezelf om mezelf te leren kennen. Als ik eerder lesgaf of onderzoek deed… Ergens voelde het niet helemaal eerlijk. Mijn verhaal paste niet helemaal bij mij. Dat wilde ik in de vingers zien te krijgen. Het is om dezelfde reden dat ik geen gezondheidsboeken lees. Want oh, wat weten ze het allemaal zeker. Daar probeer ik in dit boek ver van weg te blijven, zulke absolute waarheden. Ik probeer wel uit te leggen hoe ons lichaam werkt en welke krachten er in de maatschappij spelen om ons de vernieling in te helpen. Maar dan wel met humor. Zo schrijf ik bijvoorbeeld dat er een speciaal plekje in de hemel gereserveerd is voor marketeers die kinderen aan het vapen proberen te krijgen – en het lukt ze ook nog eens. Op die manier dus.’
Dus we hoeven allemaal niet rokend en zuipend zo snel mogelijk richting de eindstreep?
‘Zeer zeker niet. Ik vind namelijk dat ouderdom vaak ten onrechte wordt gezien als een probleem of last. Als ik kijk naar de oudere mensen met wie ik gewerkt heb, hoe veerkrachtig en inventief ze zijn… Daar kunnen heel veel mensen wat van leren.’
Tot slot, wat hoop je dat dit boek gaat doen met mensen?
‘Dat vind ik heel moeilijk te zeggen. Net zoals dat ik het best spannend en een beetje eng vind wat de reacties gaan zijn – nog los van op hoeveel belangstelling het kan rekenen. Ik probeer eigenlijk geen verwachtingen te hebben. Dit boek is vooral een pleidooi om wat liever en milder te worden voor onszelf. Als mensen dat eruit halen, ben ik ontzettend blij. In dat opzicht kan het misschien wel het beste zelfhulpboek ooit geschreven zijn… Oh nee, dat schrijf je ook nog op, hè?’
Femke Nijboer
En ze leefden nog kort en gelukkig
Bot Uitgevers; 275 blz. € 22,99