Nederlandse jongeren kampioen bijbaantjes

In Nederland zitten maar weinig jongeren te niksen. Veruit de meesten werken of studeren. En driekwart van de jongeren doet het allebei. Dat is veel meer dan in de rest van de Europese Unie.

Photo by: Rikkert Harink

In Nederland werkt 77 procent van de jongeren van 15 tot en met 24 jaar, meldt het CBS. De nummer twee in de EU is Denemarken met een percentage van 57 procent, terwijl in Griekenland slechts 18 procent van de jongeren werkt.

In Nederland combineert 74 procent van de jongeren werken en leren. Actuele Europese cijfers heeft het CBS niet, maar het verwijst naar vergelijkbare cijfers over 2022 van Eurostat: ook daaruit blijkt dat veel meer Nederlandse jongeren (van 15 tot en met 29 jaar) werken (73 procent) dan in andere EU-landen (zie onderstaande tabel). In niet EU-landen IJsland, Zwitserland en Noorwegen is het percentage ook hoog.

Studenten

Voor dit opvallende verschil zijn niet direct verklaringen voorhanden, maar volgens onderzoeker Frans Kaiser van instituut KiTeS van de Universiteit Twente is het verschil met andere Europese landen kleiner als je alleen naar studenten kijkt.

Nederlandse studenten wonen vaker thuis en werken veelal minder dan twintig uur, dus gaat het vaak om kleine bijbaantjes. Dat zie je elders minder. In de rest van Europa zijn studenten gemiddeld ouder en wonen ze vaker op zichzelf, al dan niet met kinderen. Als ze werken maken ze vaak meer uren.

Niet niks

In Nederland zijn relatief weinig jongeren die noch studeren noch werken: minder dan vijf procent. Het gemiddelde in de EU is elf procent terwijl in Roemenië bijna twintig procent van de jongeren thuis zit. Dat land kampt met een hoge jeugdwerkloosheid, maar weet jongeren dus ook niet in de schoolbankjes te houden.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.