Als het kabinet valt, schiet het hoger onderwijs daar iets mee op?

Asiel, stikstof, Oekraïne, bezuinigingen, ondermijning van de rechtsstaat… Wie weet valt het kabinet. Zou dat goed nieuws zijn voor het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek?

Het is de vraag hoe lang het kabinet-Schoof overeind blijft, want het blijft rommelen in de coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB. Nog maar een week geleden dreigde PVV-leider Geert Wilders het kabinet te laten vallen als hij zijn zin niet krijgt in het asielbeleid.

Laat maar vallen, zullen veel wetenschappers en docenten denken. De harde bezuinigingen op het hoger onderwijs en onderzoek zijn immers mede aan de PVV te danken en misschien brengt een volgend kabinet verlichting. Wie weet kan het zelfs de schade herstellen.

Maar dat lijkt ijdele hoop. In een verkiezingscampagne kan er natuurlijk van alles gebeuren, maar vooralsnog lijkt een val van het kabinet weinig te veranderen.

Bruins niet meteen weg

Allereerst is NSC-onderwijsminister Eppo Bruins niet meteen verdwenen als het kabinet zijn ontslag indient. Hij blijft dan ‘demissionair’ op zijn post tot een opvolger het stokje overneemt.

En dan ben je al snel een jaar verder. Het vorige kabinet (met onderwijsminister Robbert Dijkgraaf) paste 361 dagen op de winkel voordat de ploeg van Schoof aantrad. Het kabinet dáárvoor (Rutte-III) bleef 360 dagen demissionair doorregeren.

Bezuinigingen

Aan de bezuinigingen op hoger onderwijs en wetenschap valt ook niet meteen iets te veranderen. Die liggen te wachten op een oordeel van de Eerste Kamer, maar daar is een meerderheid voor de OCW-begroting gevonden: CDA, ChristenUnie, SGP en JA21 hebben een deal met de coalitie gesloten.

Zelfs een val van het kabinet zal de bezuinigingen dus niet meteen afwenden. Het is zeer onwaarschijnlijk dat de senaat de begroting alsnog afkeurt. Dit gebeurde voor het laatst in 1907 bij de begroting van de minister van Oorlog.

Verkiezingen

Een volgend kabinet kan natuurlijk een eigen koers varen en weer extra geld uittrekken. Maar er valt nu al te voorspellen dat verkiezingsbeloftes als ‘wij investeren een miljard euro extra in onderwijs en onderzoek’ nauwelijks verder gaan dan het gat dempen dat de huidige regering slaat.

De vraag is bovendien wie dat volgende kabinet gaat vormen. Een blik op de peilingen bij EenVandaag leert dat PVV en VVD ongeveer net zo groot blijven als nu, terwijl NSC verkruimelt (van 20 naar 3 zetels) en BBB ook zetels inlevert.

Vooral het CDA boekt winst. PVV, VVD en CDA zouden samen een meerderheid krijgen. In dat geval verandert er weinig voor het hoger onderwijs en onderzoek. Het CDA wilde ongeveer net zo hard bezuinigen als het kabinet nu doet.

Los van het geld

Verandert een nieuw kabinet, even los van het geld, wel op andere punten van koers? Een van de meest omstreden maatregelen, de langstudeerboete, is al geschrapt na onderhandelingen met de oppositie.

De andere wetten die het ministerie van Onderwijs nu maakt, roepen politiek minder weerstand op. Er zullen vast allerlei debatten volgen, maar een val van het kabinet zal waarschijnlijk geen aardschok teweegbrengen.

Internationale studenten

Neem het veelbesproken wetsvoorstel Internationalisering in Balans, waarmee het kabinet de komst van buitenlandse studenten wil intomen. Er zijn genoeg partijen die deze koers steunen, dus het wetsvoorstel verdwijnt niet zo snel in de prullenmand.

Het meest omstreden onderdeel ervan is de aangekondigde toets voor anderstalige opleidingen: mogen ze in het Engels lesgeven of moeten ze overstappen op het Nederlands? Vooral de gevolgen voor de krimpregio’s kunnen groot zijn, maar de oppositie (CDA, SGP, ChristenUnie en JA21) heeft al een verzachting afgedwongen. Bruins mag deze toets alleen invoeren als hij de scherpe randjes voor de krimpregio’s eraf schaaft.

Kennisveiligheid

Wat blijft er dan nog over dat echt anders wordt als het kabinet valt? Je moet het met een lampje zoeken. Bruins werkt bijvoorbeeld aan een wetsvoorstel rond kennisveiligheid, maar ook dat lijkt niet of nauwelijks omstreden. De grootste kritiek is dat het zo lang duurt voor het af is.

Vrijwel alle partijen vinden dat Nederland voorzichtiger moet omgaan met wetenschappelijke kennis die militaire toepassingen kan hebben. We moeten zorgen dat die kennis niet in verkeerde handen valt, vinden ze. Het wantrouwen tegen landen als China, Rusland en inmiddels ook de Verenigde Staten zit diep.

Er komt dus een screening van masterstudenten en onderzoekers die hier in gevoelige vakgebieden komen studeren of werken. Bijna niemand in de politiek hoopt op vertraging. Intussen maken wetenschappers zich zorgen dat internationale samenwerking nodeloos gehinderd wordt.

Kleinere onderwerpen

Andere onderwerpen zijn nóg minder omstreden. Neem de hbo-promotie, die professional doctorate gaat heten. Bruins wil deze graad in de wet zetten en daar lijkt niemand faliekant op tegen.

Bekostiging

Het meest fundamentele onderwerp op de middellange termijn – misschien nog fundamenteler dan de bezuinigingen – is het systeem van financiering. Het kabinet wil dat opleidingen in het hoger onderwijs minder afhankelijk worden van het aantal studenten.

Ook de universiteiten en hogescholen koesteren die wens, al is het de vraag hoe het uitpakt. Het CDA wilde zo’n hervorming gepaard laten gaan met een korting van 200 miljoen euro. Hoe dan ook is dit zo’n complexe kwestie, dat een demissionair kabinet daar nooit knopen over doorhakt.

Over links

Er kan natuurlijk ook een centrumlinks kabinet komen. Dat zou voor universiteiten en hogescholen goed nieuws zijn. Partijen aan die kant van het spectrum hebben meestal meer hart voor onderwijs en onderzoek.

Maar om PVV en VVD in de oppositie te dwingen, moeten de progressieve partijen een grote verkiezingsoverwinning boeken en in de onderhandelingen het voortouw krijgen. Zolang dat niet gebeurt, gaat de politiek waarschijnlijk voort op de ingeslagen weg: minder geld, minder internationals.

 

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.