Het CWTS bepaalt de impact van een publicatie aan de hand van het aantal keer dat er uit geciteerd is. Vervolgens wordt er gekeken hoeveel procent van de publicaties van een universiteit behoren tot de tien procent van meest geciteerde publicaties ter wereld. Daaruit is af te leiden hoe belangrijk publicaties van een bepaalde universiteit voor de wetenschap zijn.
Een universiteit die gemiddeld scoort, haalt hierbij vanzelfsprekend een score van exact tien procent. Alle Nederlandse universiteiten zitten daar boven. Koploper Leiden behaalt een score van 14,1 procent, op de voet gevolgd door Universiteit Utrecht. 12,6 procent van de UT-publicaties hoort thuis in de 10% van ’s werelds beste publicaties. Delft scoort van de Nederlandse universiteiten het slechtst: 11,5 procent.
Volgens het CWTS zijn de resultaten niet opmerkelijk. Adjunct-directeur Ed Noyons: ‘De scores van de Nederlandse universiteiten liggen opnieuw dicht bij elkaar in de buurt. Daardoor kun je op de ranglijst snel stijgen en weer dalen. Misschien is de UT volgend jaar gewoon weer eerste.’
Noyons concludeert daarnaast dat de publicaties van de UT nogal verschillen in kwaliteit. ‘Er zijn in de publicaties van de UT meer van de uitersten dan bij andere Nederlandse universiteiten. Dat komt onder meer doordat er van de UT nu eenmaal niet zo veel publicaties zijn.’
In de ranking zijn publicaties van 500 universiteiten over de hele wereld meegenomen. Van de top 25 liggen er 22 in de Verenigde Staten. De Nederlandse universiteiten staan wereldwijd tussen plaats 58 en 164. Hekkensluiter is de Turkse Ankara Üniversitesi. De gehele ranglijst vind je hier.